Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Blok 2, WP5, les 2 Spelling
lesdoel:
Ik ken de tegenwoordige en verleden tijd van zwakke en sterke werkwoorden
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spelling
Basisschool
Groep 8
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
lesdoel:
Ik ken de tegenwoordige en verleden tijd van zwakke en sterke werkwoorden
Slide 1 - Diapositive
zwakke werkwoorden
Slide 2 - Diapositive
werken
-> wat is laatste klank van de stam? -> zit de medeklinker in het kofschip? -> +te(n)
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
kopen
Slide 5 - Diapositive
Zwakke werkwoorden krijgen in de verleden tijd -te(n) of -de(n)
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Als de stam eindigt op een medeklinker van 't ex kofschip, komt er -te(n) achter.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Op een zonnige zomermiddag ..... ik de tuin. (harken)
A
harkte
B
harkde
Slide 8 - Quiz
Toen gaf ik hem een ferme ruk aan de teugel en het dier .... vooruit. (schieten)
A
schiet
B
schoot
C
geschoten
Slide 9 - Quiz
"Mijn buurmeisje lichtte mij voor hoe leuk paardrijden was.''
tegenwoordige of verleden tijd?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
Slide 10 - Quiz
zij antwoord (voltooide tijd)
zij ......................... (verleden tijd)
Slide 11 - Question ouverte
Ik ... mijn longen vol met lucht en klom op het paard. (zuigen)
A
zuigde
B
zuigte
C
zoog
Slide 12 - Quiz
Hij ........ dat alles goed was.
verleden tijd of tegenwoordige tijd?
A
antwoordt
B
antwoordde
Slide 13 - Quiz
Mijn broertje kroop door het gras en ........... ineens hard.
werkwoord: hoesten
Deze zin staat in de .............. tijd.
kies uit:
kies uit:
hoesdde
hoeste
hoestte
hoesten
verleden tijd
tegenwoordige tijd
Slide 14 - Question de remorquage
Ik koop hier elke week mijn vlees en kaas.
Hoe kan je deze zin in de verleden tijd zetten?
Je verandert het woord....
A
ik
B
koop
C
elke week
D
mijn vlees en kaas
Slide 15 - Quiz
Morgen .... hij 12 kaarsjes uit. (blazen)
Slide 16 - Question ouverte
Hij ........ gelijk zijn resultaten na de quiz van vorige week.
A
ontvangt
B
ontving
Slide 17 - Quiz
werkwoord strijden
ik/hij .....
A
streed
B
strijdde
C
strad
D
strood
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
Avril 2018
- Leçon avec
27 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Spelling persoonsvorm in de vt
Juin 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
H2 NN 2-basis Taalverzorging 2 Spelling PV-VT
il y a 11 jours
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling Nederlands
Novembre 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Middelbare school
Werkwoordspelling
Septembre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden
Avril 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Zwakke en sterke werkwoorden
Mars 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Zwakke en sterke werkwoorden
Janvier 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1