Les 13 Leesvaardigheid

Maandag 11 januari 2021 (online les)
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik en samen oefenen
  • Aan de slag!



timer
10:00
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Maandag 11 januari 2021 (online les)
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik en samen oefenen
  • Aan de slag!



timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Vorige les heb je geleerd...
...welke verbanden bij de signaalwoorden horen (Blok 5).
...hoe je de delen van een verband moet noteren.
...op welke 4 manieren alinea's met elkaar verbonden kunnen zijn.

Slide 2 - Diapositive

Deze les ga je...
...de stof van vorige lessen herhalen.

Slide 3 - Diapositive

Welke signaalwoorden
ken je nog?

Slide 4 - Carte mentale

Welke verbanden
ken je nog?

Slide 5 - Carte mentale

WAAR
 NIET
WAAR
Signaalwoorden geven alleen verbanden aan tussen woorden en zinnen.
Een signaalwoord zorgt ervoor dat je een bepaald verband kunt herkennen.
Een signaalwoord is één woord.

Slide 6 - Question de remorquage

Sleep het juiste verband naar het juiste signaalwoord.
om ... te
maar
verder
zo
uitspraak-tegenstelling
uitspraak-opsomming
middel-doel
uitspraak-voorbeeld

Slide 7 - Question de remorquage

Sleep het juiste verband naar het juiste signaalwoord.
daardoor
doordat
want
hetzelfde als
oorzaak-gevolg
uitspraak-vergelijking
uitspraak-reden

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Diapositive

4 manieren om alinea's met elkaar te verbinden:
1. Met een signaalwoord
Het signaalwoord aan de begin van een alinea geeft het verband aan met de vorige alinea.

2. Door herhaling van een woord of woordgroep
Aan het begin van een alinea worden woorden of woordgroepen uit de vorige alinea herhaald.

Slide 10 - Diapositive

4 manieren om alinea's met elkaar te verbinden:
3. Door overgangszinnen met een verwijzing
In een van de eerste zinnen staat een verwijzing naar iets wat eerder is gezegd, in de vorm van een verwijswoord.

4. Door aankondigende zinnen
De zin/de zinnen aan het einde van een alinea vertellen wat je in de volgende alinea kunt verwachten.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Vragen
1. Waar verwijst 'Dat' (r. 1 ) naar?

2a. Welk signaalwoord voor uitspraak-opsomming zie je in alinea 1?
2b. Noteer de delen van het verband.

3a. Op welke manier zijn alinea 2 en 3 met elkaar verbonden?
3b. Aan welk(e) woord(en) zie je dat?

Slide 13 - Diapositive

Vragen

4. Welk verband hoort bij het signaalwoord 'doordat' (alinea 5)?

- Wat zijn de twee delen van dit verband?

6. Wat is het tekstdoel?

7. Wat is de tekstsoort?

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag!
Maak de vragen op de volgende slides
LessonUp: Les 13 Leesvaardigheid
slide 17 t/m 27

Slide 15 - Diapositive

Maak een zin met een signaalwoord.

Slide 16 - Question ouverte


Wat is geen functie van signaalwoorden
in een tekst?
A
Signaalwoorden helpen de lezer.
B
Signaalwoorden geven de kern van de tekst weer.
C
Signaalwoorden zorgen voor samenhang.
D
Signaalwoorden geven structuur aan een tekst.

Slide 17 - Quiz

Wat is GEEN signaalwoord?
A
die
B
dus
C
maar
D
bovendien

Slide 18 - Quiz

Signaalwoord: waarmee

Tekstverband
A
uitspraak-vergelijking
B
middel-doel
C
uitspraak-reden
D
uitspraak-opsomming

Slide 19 - Quiz

Signaalwoord: omdat

Tekstverband
A
uitspraak-vergelijking
B
middel-doel
C
uitspraak-reden
D
uitspraak-opsomming

Slide 20 - Quiz

Signaalwoord: maar

Tekstverband
A
uitspraak-vergelijking
B
middel-doel
C
uitspraak-tegenstelling
D
uitspraak-opsomming

Slide 21 - Quiz

Signaalwoord: echter

Tekstverband
A
uitspraak-vergelijking
B
middel-doel
C
uitspraak-tegenstelling
D
uitspraak-opsomming

Slide 22 - Quiz

Signaalwoord: daarom

Tekstverband
A
uitspraak-reden
B
middel-doel
C
uitspraak-tegenstelling
D
uitspraak-opsomming

Slide 23 - Quiz

Signaalwoord: om

Tekstverband
A
uitspraak-vergelijking
B
middel-doel
C
uitspraak-reden
D
uitspraak-voorbeeld

Slide 24 - Quiz

Signaalwoord: zoals

Tekstverband
A
uitspraak-vergelijking
B
doel-middel
C
uitspraak-reden
D
uitspraak-voorbeeld

Slide 25 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord
'namelijk'?
A
uitspraak-conclusie
B
uitspraak-voorbeeld
C
uitspraak-reden
D
middel-doel

Slide 26 - Quiz

Lesdoelen behaald?
Beantwoord de volgende vragen.

Slide 27 - Diapositive

Lesdoel behaald? Ik kan signaalwoorden herkennen en benoemen.
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Lesdoel behaald? Ik kan tekstverbanden herkennen en benoemen.
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Lesdoel behaald? Ik weet op welke 4 manieren alinea's met elkaar kunnen worden verbonden.
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Lesdoel behaald? Ik heb door kijken/luisteren geoefend met de theorie van begrijpend lezen.
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Dit vind ik nog moeilijk aan de les van vandaag...

Slide 32 - Question ouverte

Einde van deze les!
Goed gedaan! Je mag nu verder lezen in je leesboek.

Slide 33 - Diapositive