9.3 opdr 19 t/m 21

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: 9.3 Breuken en decimale getallen
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3. 
Lesdoel
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: 9.3 Breuken en decimale getallen
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3. 
Lesdoel
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
Pak je boek van rekenen op je tafel, maar laat deze nog even dicht. 





Slide 2 - Diapositive

2. Terugblik
Je kunt een breuk met een geheel getal vermenigvuldigen. Dit doe je door het hele getal te vermenigvuldigen met de teller van de breuk.

Bijvoorbeeld:
Er staan 4 glazen melk op tafel. In een glas zit 1/5 melk.
Hoeveel liter melk staat er in totaal op tafel?
Welke som krijg je dan?




Slide 3 - Diapositive

2. Terugblik
Een breuk in het antwoord moet je zo ver mogelijk vereenvoudigen

Je koopt 4 stukken pizza van 1/8 pizza. Hoeveel pizza koop je dan?
Wat wordt de som?

Het antwoord van deze som moeten we ze ver mogelijk vereenvoudigen. Hoe deden we dat ook alweer?

Slide 4 - Diapositive

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- Weet je hoe je een breuk kunt omrekenen naar een decimaal getal.
- Hoe je een decimaal getal als breuk kan opschrijven

Slide 5 - Diapositive

4. Instructie
Je kunt een breuk omrekenen naar een decimaal getal. Je rekent de breuk dan om naar een breuk met 10 als noemen of met 100 als noemer. Daarna schrijf je die breuk op als een decimaal getal.

Welk decimaal getal is gelijk aan 1/5?

Stap 1: Reken de breuk om naar tienden of honderdsten.

Slide 6 - Diapositive

4. Instructie
Stap 2: Schrijf de breuk op als decimaal getal

2/10 = 0,2 
dus
1/5 = 0,2 

Slide 7 - Diapositive

4. Instructie
Welk decimaal getal is gelijk aan 3/4?

Stap 1: Reken de breuk om naar tienden of honderdsten.


Stap 2: Schrijf de breuk op als een decimaal getal. 

Slide 8 - Diapositive

4. Instructie
Je kunt een decimaal getal ook opschrijven als breuk. Een decimaal getal met één cijfer achter de komma schrijf je op als tienden. 
Een decimaal getal met twee cijfers achter de komma schrijf je op als honderdsten. Je moet de breuk daarna zo ver mogelijk vereenvoudigen.

Welke breuk is gelijk aan 0,8?

Stap 1: Schrijf het decimale getal op als breuk van tienden of honderdsten

Slide 9 - Diapositive

4. Instructie
Stap 2: Vereenvoudig de breuk:

8/10 



Dus 0,8 = ......

Slide 10 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Je gaat nu zelfstandig opdracht 19 t/m 21 maken.


Ben je klaar?
Dan lever je je boekje bij mij in.
Daarna ga je in studiemeter werken aan de oefeningen van verhoudingen en breuken. 
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?


Huiswerk:
Dinsdag 8 juni 
9.3 opdracht 19 t/m 21 af


Slide 12 - Diapositive