WND-conferentie dec 2023

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Dubbel coderen als leerverdubbelaar. 

Workshop Dual Coding
Theo van Dijk, Mirjam van Lierop-Venneker en Anne Hazenberg

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoop je te leren?
Beschrijf of visualiseer wat je wilt leren

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Verschillende dual coding principes toepassen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
Aandachtrichter
Theorie dual coding en multimediaprincipes
Aan de slag met eigen materiaal
Terugkoppeling
Evaluatie

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Project "Modern Europa"

Slide 6 - Diapositive

Jouw uitdaging: De volgende activiteit bied je de kans om een stukje tekst te lezen als pure beginner. Je weet niets over het onderwerp, maar toch krijg je er drie vragen over. In de dia staat een kort alinea waarin de relaties binnen het schoolproject ‘Modern Europa’ worden uitgelegd. Lees de tekst en beantwoord de vragen. Bekijk de activiteit metacognitief om er zoveel mogelijk uit te halen.  
Boek: dubbel coderen van Oliver Caviglioli blz. 17

Project "Modern Europa"
- Welke medewerker aan het project 'Modern Europa' heeft de hoogste functie? 

- Van welke afdeling werken de meeste mensen aan het project 'Modern Europa'? 

- Welke mensen zijn niet betrokken bij het project 'Modern Europa'? 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Je ervaring
Hoe ging het? Moest je spieken door het schema op deze pagina te bekijken? Ik gebruik deze oefening tijdens trainingen, en veel leraren hebben er moeite mee. Natuurlijk is de inhoud expres ondoorzichtig gemaakt, om het argument kracht bij te zetten. Maar in feite is het niet erg ingewikkeld.  
Het verborgen kennisschema
Het verrassingseffect van deze toets is gebaseerd op het verborgen schema in het hoofd van de auteur. Dit kennisschema vormt de geschreven tekst – sterker nog, de tekst zou nooit opgesteld kunnen zijn zonder de kennis waaruit het kennisschema bestaat.
Maar jij – de leerling – kreeg de uitkomst van het kennisschema onder ogen, maar niet het schema zelf. Het was jouw taak om de tekst te ontwarren en zo de onderliggende structuur bloot te leggen.
Met deze mentale inspanning heb je ongetwijfeld de grenzen van je cognitieve belasting opgezocht. Maar bij het zien van het schema – een visuele weergave van het kennisschema – was het antwoord meteen duidelijk. Dit fenomeen noemen we het ‘visual argument’.  
Het transiet information effect
Stel dat de leraar het had voorgelezen? Ja, dan zou het beantwoorden van de vragen nog moeilijker zijn geweest. In de termen van de cognitieve load theorie (CLT – de cognitieve belasting theorie) van John Sweller zou je dan last hebben gehad van het transient information effect (de vergankelijkheid van informatie). In het kort houdt dit in dat de gesproken woorden van de leraar snel weer verdwenen zouden zijn, zodat je gedwongen zou zijn om alles te onthouden wat de leraar vertelde. Hierdoor loopt je werkgeheugen over, en niet zo'n beetje ook.  
Boek: dubbel coderen van Oliver Caviglioli blz. 18 + 19

Slide 9 - Diapositive

De visual argument theorie ligt in het verlengde van de dual coding theorie. Ze legt de nadruk op de cognitieve voordelen van het presenteren van informatie in een non-lineaire ruimtelijke vorm. 

Schema’s leveren een ‘verwerkingsvoordeel’ op ten opzichte van tekst omdat schema’s het zoeken van informatie ondersteunen en gebruikers in staat stellen informatie te vinden door te vertrouwen op automatische, zintuigelijke processen (Vekiri, 2022)

Waarom een schema (soms) meer zegt dan tienduizend woorden

Citaat uit het nog steeds zeer relevante artikel van Jill Larkin en Herbert Simon uit 1987:
In een schema wordt gewoonlijk ook informatie weergegeven die alleen impliciet af te leiden is uit de als tekst weergegeven informatie. Bij alleen tekst moet de impliciete inhoud dus, soms met veel moeite, eerst worden ‘verwerkt’ om bruikbaar te kunnen zijn.
Belangrijker zijn echter de verschillen in de efficiëntie waarmee informatie kan worden opgezocht en de duidelijkheid van de informatie zelf.
De verwerking van beide systemen verloopt niet hetzelfde.

Wat betekent dit voor het werkgeheugen?
Verspil de kostbare mentale energie van leerlingen niet, maar gebruik die energie voor activiteiten die ertoe doen – die een directe bijdrage leveren aan het vergroten van hun kennis.

 

Voorbeelden

Slide 10 - Carte mentale

Kun je voorbeelden uit je natuurkunde praktijk noemen waar je dit bewust inzet/ zou willen inzetten?
Dual coding
Hoe werkt het als leerverdubbelaar?



Slide 11 - Diapositive

Dubbel coderen heeft veel raakvlakken met de cognitieve belasting theorie (cognitive load theorie). De recente herontdekking van dubbel coderen komt grotendeels door de aandacht voor de beperkingen van ons werkgeheugen. 


Slide 12 - Diapositive

De dual coding theorie stelt dat wanneer dezelfde informatie, op de juiste wijze, op twee verschillende manieren wordt aangeboden, je meer werkgeheugen kunt aanspreken, omdat je dan kunt profiteren van zowel je visuele als je verbale geheugencapaciteit. Dit staat bekend als het werkgeheugenmodel van Baddeley en Hitch 

Schema’s leveren een ‘verwerkingsvoordeel’ op ten opzichte van tekst omdat schema’s het zoeken van informatie ondersteunen en gebruikers in staat stellen informatie te vinden door te vertrouwen op automatische, zintuigelijke processen (Vekiri, 2022)
Probeer altijd de gemakkelijkste manier te vinden om uitdagende stof te leren, niet de moeilijkste manier (Allison & Tharby, 2015)
Waarom een schema (soms) meer zegt dan tienduizend woorden
Citaat uit het nog steeds zeer relevante artikel van Jill Larkin en Herbert Simon uit 1987.
In een schema wordt gewoonlijk ook informatie weergegeven die alleen impliciet af te leiden is uit de als tekst weergegeven informatie. Bij alleen tekst moet de impliciete inhoud dus, soms met veel moeite, eerst worden ‘verwerkt’ om bruikbaar te kunnen zijn.
Belangrijker zijn echter de verschillen in de efficiëntie waarmee informatie kan worden opgezocht en de duidelijkheid van de informatie zelf.
De verwerking van beide systemen verloopt niet hetzelfde.
Wat betekent dit voor het werkgeheugen?
Verspil de kostbare mentale energie van leerlingen niet, maar gebruik die energie voor activiteiten die ertoe doen – die een directe bijdrage leveren aan het vergroten van hun kennis. 
Multimediaprincipes

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Coherentieprincipe

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Modaliteitsprincipe

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nabijheidsprincipe

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overbodigheidsprincipe

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaleringsprincipe

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat: Optimaal van Dual coding gebruik maken 
Bekijk dia van eigen PowerPoint/ video
Probeer dia te herontwerpen
Welke multimedia principes gebruik je en welk verhaal vertel je erbij?
Hoe: Duo's
Hulp: Multimediaprincipes van Mayer (verdieping: voorbeeld werkvormen)
Tijd: 20 minuten
Uitkomst: Je kunt verbeterde versie presenteren en de gebuikte multimediaprincipes aanwijzen. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stuur hier foto van oorspronkelijke dia en verbeterde dia

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In het begin schreef en/of visualiseerde je wat je wilde leren.
In hoeverre leerde je dat?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflectie (1 woord)

Slide 23 - Carte mentale

Kun je in één woord beschrijven hoe je de workshop hebt ervaren? 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld

Slide 25 - Diapositive

Schakelen tussen beeld en tekst.
Leraar: licht verbanden toe:
Laat leerlingen zowel een stuk tekst als een visuele weergave ervan zien. Licht zorgvuldig toe hoe de hoofideeën uit de tekst zijn opgedeeld en in de afbeelding zijn geordend om de onderlinge verbanden en hiërarchie zichtbaar te maken. Toon en verduidelijk expliciet de verbanden tussen het beeld en de tekst.

Slide 26 - Diapositive

Leerling: Maak een beeld op basis van de tekst:
Geef de leerlingen een nieuw stuk test en laat ze op basis hiervan een visuele weergave maken (een bekend type dat je eerder met ze hebt doorgenomen). Geef de leerlingen eventueel een opzet die al gedeeltelijk is ingevuld. Als je de leerlingen een onbekende grafische organizer laat maken, zorgt dat voor een zware cognitieve belasting waardoor ze minder van de taak leren.
Leraar: stel vragen over verbanden:
Toon de visuele weergave van een leerling op het scherm met behulp van een visualizer. Projecteer de tekst ernaast. Stel vragen over het verband tussen de visuele weergave en de tekst. Laat de leerlingen ook vragen stellen. Hiermee kun je dieper ingaan op de redenering van de leerlingen.

Slide 27 - Diapositive

Leerling: schrijf tekst op basis van beeld:
Laat een nieuwe visuele weergave zien. Vraag de leerlingen een stukje te schrijven op basis van de weergegeven informatie. Vertel dat tijdens de volgende activiteit wordt getoetst of ze de informatie onthouden en begrepen hebben. Stimuleer de leerlingen om goed te kijken naar hoe de informatie geordend is en waar de verbanden liggen met hun geschreven tekst.

Slide 28 - Diapositive

Leraar: Toets leerlingen met visuele meerkeuzevragen
Laat tot slot dezelfde visuele weergave zien, maar laat deze keer verschillende woorden weg. Nummer de lege plekken. Zet de ontbrekende woorden onder de afbeelding, samen met enkele geloofwaardige alternatieven. Geef elk woord een leter (a,b,c, enzovoort). Geef de leerlingen eerst de tijd om de juiste woorden te kiezen en bespreek vervolgens hun keuzes. Ga dieper in op de redenering waarop ze hun keuze gebaseerd hebben.