2. De Tachtigers

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Zingen is Anna’s grote geluk. Zij heeft de stem, de opleiding en het talent en de ambitie, maar in de negentiende eeuw is een carrière als zangeres voor een meisje uit haar milieu ondenkbaar. Maar we schrijven 1885: de tijden lijken te veranderen. Gesterkt door de eigenzinnigheid en vrijheidszin van schrijvers als Kloos, Verwey, Van Eeden en Van Deyssel, in wier entourage zij terechtkomt door haar broer Willem, durft Anna haar eigen weg te gaan. In stil verweer oefent zij haar stem en zet, als onafhankelijke vrouw, haar eerste eigen stappen in de muziek en de liefde. Maar zij heeft buiten de macht van haar familie gerekend...

De beuk erin

de kunstschilder Willem Witsen, de dichters Willem Kloos en Hein Boeken, en de kunstschilder Maurits van der Valk

Welke drie elementen horen bij het naturalisme?

Welk kenmerk heeft een hoofdpersonage van een naturalistische roman?

De Breuk

De Tachtigers braken met de zg. domineepoëzie. 

De kunst is niet meer op de maatschappij gericht, maar juist individualistisch, subjectief en ANTI-MORALISTISCH.

De Breuk

De Tachtigers zetten zich af tegen de domineepoëzie, die enorm populair was in  de negentiende eeuw.

Van Eeden schreef onder zijn pseudoniem Cornelis Paradijs. Kloos schreef een voorwoord als Sebastiaan Slaap, evenals Aletrino een voorrede schreef als P.A. Saaije Azn.

Deze pastiche werd door de zg. domineedichters geprezen (Beets, Tollens en Ten Kate)

Wat is nu het verschil tussen domineepoëzie en Grassprietjes. Ontdek het zelf!

Gebed      

Genadig God, die in mijn boezem leest!

Ik vlied tot U, en wil, maar kan niet smeeken.

Aanschouw mijn nood, mijn neergezonken geest,

en zie mijn oog van stillen tranen leken!

...........

...

Ik zie op U met kinderlyk ontzag:

Met Christen hoop, nog laauw nog ongeduldig.

Ach leer Gy my, het geen ik bidden mag!

Bid zelf in my: zoo is mijn beé onschuldig.

Bilderdijk

IV Bij een geschenk

(Twaalf geborduurde zakdoeken)

 Lieve Truide, dit geschenk,

Klein, maar rein van zin,

Zegt u hoe ik aan u denk,

Hoe ik u bemin.

 

Reiner dan dit blank batist,

Blijv' steeds uw gemoed,

Want slechts zielereinheid is 't

Die ons heil behoedt.

 

O, gebruik ze lang en veel,

Teêr-beminde bruid,

Echte deemoed zij uw deel,

Als ge er u in snuit.

 

Want bedenk bij wát ge doet:

Wij zijn nietig stof-

God alleen geeft alle goed:

Hem zij alle lof

Frederik van Eeden

Welke verschillen in de gedichten vallen je op?

Wat is de essentie van de 'breuk in de literatuur'?

Cecile de Jong van Beek en Donk: Hilda van Suylenburg(1897)

Zoek de domineedichter en Cornelis Paradijs