1.1 - BK + KGT - Natuurkunde en Scheikunde

Waar denk je dat het vak NASK over gaat?
A
over de natuur
B
alleen over de niet-levende natuur
C
alleen over de levende natuur
D
de levende en niet-levende natuur
1 / 14
suivant
Slide 1: Quiz
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Waar denk je dat het vak NASK over gaat?
A
over de natuur
B
alleen over de niet-levende natuur
C
alleen over de levende natuur
D
de levende en niet-levende natuur

Slide 1 - Quiz

NATUURKUNDE EN SCHEIKUNDE

Slide 2 - Diapositive

1.1 EEN NIEUW VAK

  • Je kunt beschrijven waar de vakken NASK en BIOLOGIE over gaan

  • Je kunt het verschil benoemen tussen een STOF en een MATERIAAL

  • Je kunt met voorbeelden het verschil tussen
    NATUURKUNDE en SCHEIKUNDE uitleggen

Slide 3 - Diapositive

NASK
NASK staat voor:
natuurkunde en scheikunde

Het gaat over dingen die om je heen gebeuren. 

Bijvoorbeeld:
  • bliksem tijdens onweer
  • water koken
  • een spijker die roest

Slide 4 - Diapositive

NASK EN BIOLOGIE

NASK en BIOLOGIE zijn vakken die allebei over de natuur gaan, maar toch is er een verschil:

BIOLOGIE gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren en planten.

NASK (Natuurkunde en Scheikunde) gaat over de niet-levende natuur. 

Slide 5 - Diapositive

STOFFEN EN MATERIALEN
Water en steen zijn stoffen uit de natuur.
STOF betekent: waarvan het gemaakt is. 
Soms kun je van een stof een product maken.
Van hout kun je een tafel maken en van steen kun je een muur maken.

Hout en steen noem je daarom MATERIALEN. Een materiaal wordt door de mens gebruikt om er een product van te maken. Van water kun je geen product maken, dus water is geen materiaal. Water is wel een stof.

Slide 6 - Diapositive

STOFFEN VERANDEREN?









Als hout verbrandt, dan verandert het in houtskool, as en rook. 
Van houtskool, as en rook kun je geen hout meer maken. 
Het hout is nadat het verbrand is voor altijd veranderd. 
Het proces in niet omkeerbaar.
Water is een stof die kan veranderen.
Als water kookt verandert het in waterdamp en als water bevriest verandert het in ijs.
Waterdamp en ijs zijn allebei nog steeds water, maar dan in een andere TOESTAND.
Van waterdamp en ijs kun je ook weer water maken. 
Het proces is omkeerbaar.

Slide 7 - Diapositive

HET VERSCHIL
Gj




De stof verandert in een andere stof.
Dit hoort bij SCHEIKUNDE.
De stof verandert van toestand.
Dit hoort bij NATUURKUNDE

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Waarom is water geen materiaal?
A
water is moeilijk te bewerken
B
water is makkelijk te bewerken
C
van water kun je geen producten maken
D
van water kun je producten maken

Slide 10 - Quiz

Een stof verandert van toestand.
Dit hoort bij...?
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde
D
wiskunde

Slide 11 - Quiz

Hoe een boom groeit hoort bij het vak....?
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde
D
wiskunde

Slide 12 - Quiz

1.1 WAT HEBBEN WE GELEERD?

  • Je kunt beschrijven waar de vakken NASK en BIOLOGIE over gaan

  • Je kunt het verschil benoemen tussen een STOF en een MATERIAAL

  • Je kunt met voorbeelden het verschil tussen
    NATUURKUNDE en SCHEIKUNDE uitleggen

Slide 13 - Diapositive

OPDRACHTEN
BK:
Lees de teksten en maak opdrachten 1 tot en met *12
(blz. 8 tot en met blz.12)

KGT:
Lees de teksten en maak opdrachten 1 tot en met 11 op
(blz. 8 tot en met blz.11)

Slide 14 - Diapositive