Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
grammatica hoofdstuk 2.7
Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde is
een zinsdeel.
Het werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin.
De persoonsvorm is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp
‘doet’ of ‘overkomt’.
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
3 vidéos
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde is
een zinsdeel.
Het werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin.
De persoonsvorm is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp
‘doet’ of ‘overkomt’.
Slide 1 - Diapositive
oefenen voor de toets Gramm en spelling hfdst 2,7 en 2.8
+
werkwoordelijk gezegde, persoonsvorm en zinsdeelstrepen.
Slide 2 - Diapositive
Werkwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk gezegde:
bestaat uit alle
werkwoorden
in een zin!
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De meisjes zijn aan het tiktokken.
A
De meisjes
B
zijn aan het
C
zijn aan het tiktokken
D
zijn tiktokken
Slide 7 - Quiz
Het werkwoordelijk gezegde?
Wie was er vanmiddag aan het spelen?
A
wie
B
was
C
was spelen
D
was aan het spelen
Slide 8 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin met uitzondering van de persoonsvorm
B
De persoonsvorm en alle zelfstandig naamwoorden in een zin
C
Alle werkwoorden in een zin inclusief de persoonsvorm
D
Het werkwoordelijk gezegde is een andere naam voor de persoonsvorm
Slide 9 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Ik kan dit niet betalen.
A
kan
B
betalen
C
kan niet betalen
D
kan betalen
Slide 10 - Quiz
Zinsdelen
Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
'Wanneer starten de scholen weer?'
A
4 zinsdelen
B
5 zinsdelen
C
3 zinsdelen
D
6 zinsdelen
Slide 11 - Quiz
Zinsdelen
Het
onderwerp [ow]
en de
persoonsvorm [pv]
zijn zinsdelen.
Jan
|
heeft
|
vorige week
|
een film
|
gekeken.
ow
|
pv
|
vorige week
|
een film
|
gekeken.
Het
werkwoordelijk gezegde [wg]
is ook een zinsdeel.
Slide 12 - Diapositive
Verdeel de zinnen in zinsdelen. Zet schuine streepjes tussen de zinsdelen.
De vogels hebben een verfrissend bad genomen.
A
De vogels I hebben I een verfrissend bad I genomen
B
De I vogels hebben I een verfrissend I bad I genomen
C
De vogels hebben I een verfrissend I bad I genomen
D
De vogels hebben een verfrissend I bad I genomen
Slide 13 - Quiz
Verdeel de zin in zinsdelen. Hoeveel zinsdelen heeft deze zin? - Achmed wil graag een zoen geven aan Amira.
A
3
B
5
C
4
D
6
Slide 14 - Quiz
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Ik | wil | dat | niet.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Alles wat voor de pv staat, is altijd 1 zinsdeel
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
H4 Taalverzorging werkwoordelijk gezegde
Novembre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
2.7 Grammatica - werkwoordelijk gezegde en zinsdelen
Janvier 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
zinsdelen 1h
Mars 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
do 25 jan zinsdelen
Janvier 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
do 25 jan zinsdelen
Décembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
B1 Werkwoordelijk gezegde
Juillet 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Oefenles hoofdstuk 4
Décembre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Zinsdelen
Septembre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1