H5 thema 4 Voeding BS5 en 6

Voeding & Vertering
Basisstof 5 en 6
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Voeding & Vertering
Basisstof 5 en 6

Slide 1 - Diapositive


A
Linker kamer
B
Rechter kamer
C
Linker boezem
D
Rechter boezem

Slide 2 - Quiz

Door darmperistaltiek wordt de voedselbrij voortgeduwd
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quiz

Voor darmperistaltiek gebruik je de volgende spieren......
A
Alleen de lengtespieren
B
Alleen de buikspieren
C
Zowel de lengte- als de kringspieren
D
Alleen de kringspieren

Slide 4 - Quiz

Verteringssappen afgegeven door verteringsklieren zorgen voor afbraak van het voedsel
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

Met mechanische vertering bedoelen we...........
A
vertering door enzymen
B
Vertering door verteringssappen
C
Vertering door bacterien
D
Kauwen van voedsel met je gebit en kneden, mengen van de voedselbrij door de darmperistaltiek

Slide 6 - Quiz

Enzymen zorgen voor de chemische en mechanische vertering
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

De neusholte wordt afgesloten met de.....
A
Maagportier
B
Strotklepje
C
Huig
D
tong

Slide 8 - Quiz

Welke bewering over speeksel is waar?
A
Bevat het enzym amylose
B
Bevat een eiwit (histatine )dat de genezing van wondjes bevorder
C
is slijmerig waardoor het inslikken van voedsel moeilijker gaat
D
Bevat een enzym dat bestand is tegen maagzuur

Slide 9 - Quiz

De maagportier is een kringspier en sluit de toegang van de maag naar de twaalfvingerige darm af
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

Het eerste gedeelte van de dikke darm noemen wij de twaalfvingerige darm
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Lever produceert gal en de gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Via de galbuis wordt gal naar de dikke darm afgevoerd
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Galzouten in gal verdelen grote vetdruppels in kleine vetdruppels, hoe noemen we dit proces?

Slide 14 - Question ouverte

Welke enzymen zitten in alvleessap? Je mag je Binas gebruiken

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het voordeel van darmplooien, darmvlokken en microvilli?

Slide 16 - Question ouverte

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen, wat is correct?
A
Voedingsmiddelen: alles wat je eet en drinkt
B
Voedingsstoffen: de onbruikbare stoffen in voedingsmiddelen
C
Voedingsmiddelen: geld om voeding te kopen
D
Voedingsstoffen: de bruikbare stoffen in voedingsmiddelen

Slide 17 - Quiz

Welke producten ontstaan er als peptidasen inwerken op polopeptiden?

Slide 18 - Question ouverte

Welk orgaan maakt geen deel uit van het spijsverteringsstelsel
A
Lever
B
Alvleesklier
C
Maag
D
Nier

Slide 19 - Quiz

Welk enzym wordt geactiveerd in de maag en door wat?
A
Pepsinogeen + pepsine = peptidase
B
Pepsinogeen + HCL = trypsine
C
Pepsinogeen + HCL = peptidase
D
Pepsinogeen + pepsine = pepsine

Slide 20 - Quiz

De maagportier wordt ontspannen door
A
Licht zure pH in de maag
B
Licht basische pH in de maag
C
Licht zure pH in de twaalfv.darm
D
Licht basische pH in de twaalf.darm

Slide 21 - Quiz