HS 1 / Digitale basisvaardigheden

Hoofdstuk 1

Digitale basisvaardig-heden
Keuzedeel K0022 / DV basis
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
ICTMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1

Digitale basisvaardig-heden
Keuzedeel K0022 / DV basis

Slide 1 - Diapositive

Keuzedeel K0022:

- Werkboek is vereist om keuzedeel te mogen volgen;
- Werkende laptop met windows 10 is vereist;
- Neem elke les jouw werkboek en laptop mee.

Slide 2 - Diapositive

In dit hoofdstuk leer je:

- Wat digitale apparaten zijn;
- Waarom we ze nodig hebben bij ons werk;
- Wat netwerken zijn;
- Hoe je hardware gebruikt;
- Hoe je software gebruikt;
- Wat bestandsbeheer is.

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn digitale apparaten?

Digitale apparaten zijn apparaten waarop je informatie kunt opslaan én waarmee je andere apparaten kunt besturen (slimme apparaten).

Bekendste voorbeelden zijn de smartphone en de computer (laptop).

Slide 4 - Diapositive

Welke digitale apparaten heb jij?

Slide 5 - Carte mentale

Digitale apparaten in het werkveld

Digitale apparaten zorgen voor automatisering op de werkvloer. Dat wil zeggen dat processen die eerst door mensen werden uitgevoerd, nu uitgevoerd worden door digitale apparaten.

Ook kunnen mensen steeds meer flexwerken. Vanwege de digitale apparaten maakt het niet meer uit waar je werkt.

Slide 6 - Diapositive

Kun je in jouw beroep ook flexwerken?
Leg uit waarom wel / waarom niet.

Slide 7 - Carte mentale

Wat is een netwerk?

Wanneer digitale apparaten met elkaar verbonden zijn, kunnen ze samenwerken. Ze kunnen bijvoorbeeld met elkaar communiceren of gegevens uitwisselen. Dit noemen we een netwerk.

Het grootste netwerk ter wereld is het internet.

Slide 8 - Diapositive

Het gebruik van hardware

Hardware is hetgeen wat je kunt aanraken. Hiermee bedoelen we vooral computers.

Er zijn 3 verschillende groepen: een desktop computer, een laptop / notebook en een handheld (bijvoorbeeld een tablet of smartwatch).

Slide 9 - Diapositive

Het gebruik van hardware

Bij het gebruik van een laptop of handheld heb je vaak randapparatuur nodig.

Denk bijvoorbeeld aan een toetsenbord, een koptelefoon, een microfoon, een usb-stick of een printer.

Deze apparaten horen ook bij de hardware.

Slide 10 - Diapositive

Kun je hardware gebruiken zonder software?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Het gebruik van software

Hardware werkt niet zonder software. Software zorgt ervoor dat apparaten worden aangestuurd. Op een laptop staat bijvoorbeeld vaak Windows en op een smartphone IOS (Apple) of Android.

Ook applicaties (apps) horen bij de software. Apps vervullen een bepaalde taak, bijvoorbeeld tekstverwerking of het sturen/ontvangen van e-mails.

Slide 12 - Diapositive

Welke app is voor jou heel belangrijk en waarom?

Slide 13 - Carte mentale

Bestandsbeheer

Na het maken of bewerken van bestanden wil je deze opslaan. Dit noemen we bestandsbeheer.

Het beheren van bestanden bestaat uit 4 stappen:
- Opslaan met een bestandsnaam;
- Bestandseigenschappen (waar heb je het in gemaakt?);
- Bestandslocatie bepalen;
- Bestanden zoeken en sorteren.

Slide 14 - Diapositive

Controle voor jezelf

Je weet nu ...

- Wat digitale apparaten zijn;
- Waarom we ze nodig hebben bij ons werk;
- Wat netwerken zijn;
- Hoe je hardware gebruikt;
- Hoe je software gebruikt;
- Wat bestandsbeheer is.

Slide 15 - Diapositive

Zelfstandig werken




Maak in je werkboek de opdrachten van hoofdstuk 1.

Slide 16 - Diapositive