Mutaties

Ongeslachtelijke  en Gesl voortplanting/ Mutaties
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Ongeslachtelijke  en Gesl voortplanting/ Mutaties

Slide 1 - Diapositive

Wanneer twee ongelijke genen van een genenpaar even sterk tot uiting komen in het fenotype heeft dit organisme een intermediair fenotype voor deze eigenschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

Lesdoelen mutaties:
  1. Je weet wat een mutatie is en hoe deze kan ontstaan
  2. Je kunt positieve en negatieve voorbeelden noemen van mutaties

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen Gesl en Ongesl voortplanten
Je benoemt manieren waarop zaadplanten zich ongeslachtelijk kunnen voortplanten.  
Je legt aan de hand een voorbeeld het verschil uit tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij zaadplanten.

Slide 4 - Diapositive

Oeverkruid plant zich voort door uitlopers en door zaden.
Geef bij elk van deze manieren van voortplanting aan of die geslachtelijk of ongeslachtelijk is.
wortelstok
Bloemen
Geslachtelijk
Ongeslachtelijk

Slide 5 - Question de remorquage

Klonen
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 6 - Quiz

Wat is ongeslachtelijke voortplanting?
A
Voortplanting door seks
B
Voortplanting zonder seks
C
Voortplanting zonder geslachtscellen
D
Voortplanting met geslachtscellen

Slide 7 - Quiz

Bij welk type voortplanting ontstaat altijd een nieuw genotype?
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 8 - Quiz

Waardoor ontstaan geen veranderingen in het genotype?
A
Mutaties
B
Geslachtelijke voortplanting
C
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 9 - Quiz

ongeslachtelijke voortplanting bij planten: sleep de namen naar de bijbehorende afbeelding.
voortplanting dmv knollen
mitotische celdeling
voortplanting dmv wortelstokken
voortplanting dmv stekken
voortplanting dmv bollen
voortplanting dmv uitlopers

Slide 10 - Question de remorquage

geslachtelijke voortplanting
ongeslachtelijke  voortplanting
kweker wil plant verbeteren
kweker wil meer van deze perfecte plant
Mensen willen nieuwe smaken tomaten
hondsdraf met nieuwe plantjes op uitlopers
het genotype moet veranderen
het genotype mag niet veranderen

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Vidéo

Mutatie
Een mutatie is een plotselinge verandering van het genotype

Eigenschappen van een cel kunnen veranderen


Slide 13 - Diapositive

Mutatie
Een organisme met een mutatie noemen we een mutant

De stof die de mutatie veroorzaakt noemen we een mutagene invloeden

Slide 14 - Diapositive

Mutatie
Een voorbeeld van een mutatie bij mensen is kanker. 

De mutagene invloeden zijn:
  • UV straling
  • Asbest
  • Sigarettenrook

Slide 15 - Diapositive

Mutatie
Een voorbeeld van een mutatie bij mensen is de Britse variant van het covidvirus


Slide 16 - Diapositive

Mutatie
Een mutatie is een plotselinge verandering van het genotype

Een organisme met een mutatie die tot uiting komt in het fenotype noemen we een mutant

Stoffen die een mutatie veroorzaken noemen we mutagene invloeden
> Voorbeelden van mutagene stoffen die kanker veroorzaken: uv-straling, asbest, sigarettenrook en röntgenstraling

Meestal heeft een mutatie alleen effect bij ééncellige organismen of wanneer deze heeft plaats gevonden tijdens of vlak na de bevruchting

Slide 17 - Diapositive

Welke mutaties hebben veelal grotere gevolgen?
A
Mutaties in DNA van lichaamscellen
B
Chromosoommutaties in DNA van geslachtscellen

Slide 18 - Quiz

Straling van de zon kan ..............veroorzaken.
A
een mutatie
B
uitzaaiing

Slide 19 - Quiz

Wat is een mutatie?
A
Een verandering in het fenotype
B
Een verandering in het genotype

Slide 20 - Quiz

Is elke mutatie erg?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Bij een mutatie in welk type cellen zijn de gevolgen het grootst?





A
Bij een mutatie in bloedcellen.
B
Bij een mutatie in geslachtscellen.
C
Bij een mutatie in huidcellen.

Slide 22 - Quiz

we spreken van een mutant wanneer
A
een mutatie zichtbaar is in het genotype
B
een mutatie niet zichtbaar is in het genotype
C
een mutatie zichtbaar is in het fenotype
D
een mutatie niet zichtbaar is in het fenotype

Slide 23 - Quiz

Als in een lichaamscel een mutatie plaatsvindt, heeft dit meestal geen gevolgen
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Hoe is verandering van genotype mogelijk?
A
Mutatie
B
Geslachtelijke voortplanting
C
Kunstmatige selectie
D
Alle drie de antwoorden

Slide 25 - Quiz