odprachten 3.4

Vandaag
samen de opdrachten maken van 3.4

Snap je het al? Dan mag je zelfstandig in stilte aan de slag, anders krijgt de juf een piepend oor.

Klaar met alles? eerst nakijken!
Ga zelfstandig vast leren voor de toets volgende week
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
samen de opdrachten maken van 3.4

Snap je het al? Dan mag je zelfstandig in stilte aan de slag, anders krijgt de juf een piepend oor.

Klaar met alles? eerst nakijken!
Ga zelfstandig vast leren voor de toets volgende week

Slide 1 - Diapositive

Een dubbele hefboom
Een nijptang bestaat uit een dubbele hefboom.
Bereken de kracht op de spijker.

Slide 2 - Diapositive

F1 x l1  = F2 x l2
10 N x 12,5 cm = F2 x 2,5 cm
F2 = 125/2,5 = 50 N

Slide 3 - Diapositive

Je kunt een koevoet gebruiken om een kist te openen, zie de figuur.

Bereken de kracht die de koevoet uitoefent op het deksel van de kist.

Slide 4 - Diapositive

80 × 105 = F2 × 10
8400 = F2 × 10
F2 =
8400 : 10 
 = 840 N

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

De boer gebruikt een nijptang om ijzerdraad in elkaar te draaien en daarna af te knippen (figuur a). Hij duwt bij de stippellijn links met in totaal 40 N op de handvatten.
a)Bereken hoe groot de kracht op het ijzerdraad dan is.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

De boer heeft ook een nijptang met een kleinere bek (figuur b).
Wordt de kracht op het ijzerdraad met
 deze nijptang kleiner of juist groter (als Herman met dezelfde kracht knijpt)?

Slide 10 - Diapositive

De werkarm van nijptang b is even groot als de werkarm van nijptang a. De lastarm van nijptang b is kleiner. 

Dat betekent dat de last (de kracht op de draad) bij nijptang b groter is.

Slide 11 - Diapositive

odprachten 3.4

Slide 12 - Diapositive