1AHA - Bron D - 8/4 - c3 ed.6.1

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden

Slide 1 - Diapositive

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Aujourd'hui
Lundi 8 avril
1. Voca B
2. Grammaire D - grammatica
3. Travail individuel - zelfstandig werken
4. Corriger - nakijken
5. Parler - spreekvaardigheid
6. Arrêt - afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Vocabulaire B

Slide 3 - Diapositive

WERKWOORD ZIJN
VERBE ÊTRE

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Het persoonlijk voornaamwoord
meervoud
ik
jij
hij
zij
men
wij
je
tu
il
elle
on
on
on heeft 2 betekenissen
vous heeft 2 betekenissen
wij
jullie
u
zij
zij
nous
vous
vous
ils
elles

Slide 6 - Diapositive

Ken je de persoonlijke voornaamwoorden nog?
Sleep NL naar FA.
IK
JIJ
HIJ
ZIJ (1 persoon)
WIJ / MEN
WIJ
U / JULLIE
ZIJ (ml + mv)
ZIJ (vl + mv)
JE
TU
IL
ELLE
ON
NOUS
VOUS
ILS
ELLES

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

le verbe être
je
suis
tu
es
il / elle/ on
est
nous
sommes
vous 
êtes

ils / elles 
sont
ik
ben
jij
bent
hij / zij / men
is
wij
zijn
jullie / u
zijn / bent
zij [mmv / vmv]
zijn

Slide 10 - Diapositive

Travail individuel
Wat 
Exercices 17abcd
Hoe
in je boek
Hulp
blz. 113
Tijd
8 minuten
Klaar?
Leer het werkwoord être met www.verbuga.eu
timer
8:00

Slide 11 - Diapositive

WWW.VERBUGA.EU

Werkwoord: ÊTRE
Tijd: PRÉSENT

(link in volgende 
dia)
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Corriger

Slide 14 - Diapositive

être
=
 zijn




il/elle/on est
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont
tu es
je suis
wij zijn
zij zijn (ml&vr)
ik ben
u bent & jullie zijn
jij bent
hij/zij/men is (wij zijn)

Slide 15 - Question de remorquage

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 16 - Question de remorquage

Ik ken het werkwoord être al een beetje en weet hoe ik het moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage


Parler

 bron C

page 110
13b
13e

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive