Leefstijl 24-9

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
LeefstijlMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weekplanning
Week 1: Gezondheid
Week 2: Leefstijl - algemeen
Week 3: Welvaartsziekten
Week 4: Interventies
Week 5: Tools
Week 6: Leefstijladviezen

Afronding: schriftelijke toets 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesplanning
  • Definitie
  • Factoren van leefstijl (Lalonde)
  • Facetten van leefstijl
  • Invloed van leefstijl op de gezondheid

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Jij kan: 
  • De definitie van leefstijl in relatie tot gezondheid verklaren.
  • De factoren van leefstijl volgens het model van Lalonde benoemen en hun invloed op de gezondheid bespreken.
  • Verschillende facetten van leefstijl (zoals voeding, beweging, slaappatronen) herkennen en hun impact op gezondheid en welzijn beschrijven.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik op vorige week
  • Maak groepjes van 3 personen
  • Bespreek wat je nog weet van vorige week over:
    de definitie van gezondheid, hoe gezondheid in Nederland beïnvloed wordt en hoe het gezondheidssysteem in Nederland in elkaar zit. 
  • Voer dit in de padlet in.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weekplanning
Week 1: Gezondheid
Week 2: Leefstijl - algemeen
Week 3: Welvaartsziekten
Week 4: Interventies
Week 5: Tools
Week 6: Leefstijladviezen

Afronding: schriftelijke toets 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Station 1: Hoe kun je bepalen hoe gezond Nederland is?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Station 2: Wat is de definitie van gezondheid?
  • Welke definitie kunnen wij samen opstellen? 

  • Definitie volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO): 

    Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, mentaal en sociaal welbevinden en niet alleen de afwezigheid van ziekten of gebreken

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Station 3: Wat is de levensverwachting in Nederland?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Station 4: Wat is de gezonde levensverwachting in Nederland?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe doet Nederland het?
Nederland levert t.o.v. Europa erg goede zorg zoals is te zien in deze link.

Nederlandse overheid: 
  • Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
  • Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD)
  • Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)

Slide 11 - Diapositive

De wetten op het bord behandelen: 

WPG: Wet Publieke Gezondheid
Regelt de verantwoordelijkheden van de overheid op het gebied van volksgezondheid, zoals infectieziektebestrijding en preventie. 

JW:  Jeugdwet
De Jeugdwet vormt de basis om opgroei- en opvoedproblemen, psychische uitdagingen en ingrijpen door middel van kinderbescherming te voorkomen en waar nodig effectief aan te pakken.

WMO: Wet Maatschappelijke ondersteuning
Regelt dat gemeenten zorgen voor passende ondersteuning en zorg voor mensen met beperkingen of psychosociale problemen. 

ZVW: Zorgverzekeringswet
Regelt dat iedereen die in Nederland woont of loonbelasting betaalt wettelijk verplicht is een basisverzekering te hebben

WLZ: Wet langdurige zorg
Sinds 2024 is de Omgevingswet van kracht. Deze wet biedt gemeenten de gelegenheid om het beleid en de aanpak voor een gezonde leefomgeving steviger te verankeren. 
Weekplanning
Week 1: Gezondheid
Week 2: Leefstijl - algemeen
Week 3: Welvaartsziekten
Week 4: Interventies
Week 5: Tools
Week 6: Leefstijladviezen

Afronding: schriftelijke toets 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?
  • Iedereen neemt een staande houding in;
  • Jullie krijgen 10 stellingen en bepalen of de stellingen waar of niet waar zijn door naar de juiste kant te lopen;
  • De kant van het bord is waar - de kant van de klas is niet waar.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling 1: 
Regelmatige lichaamsbeweging kan helpen bij het verminderen van angst en depressie.

Slide 15 - Diapositive

Feit. Lichaamsbeweging kan de stemming verbeteren en helpen bij het verminderen van symptomen van angst en depressie.
Stelling 2: 
Het is beter om 's ochtends te sporten dan 's avonds.

Slide 16 - Diapositive

Fabel. Het beste tijdstip om te sporten verschilt per persoon en hangt af van persoonlijke voorkeur en energieniveaus.
Stelling 3: 
Je kunt beter 's avonds laat geen koffie drinken als je goed wilt slapen.

Slide 17 - Diapositive

Feit. Cafeïne kan de slaap verstoren, vooral als het later op de dag wordt geconsumeerd.
Stelling 4: 
Stress kan bijdragen aan gewichtstoename.

Slide 18 - Diapositive

Feit. Chronische stress kan leiden tot hormonale veranderingen die gewichtstoename bevorderen, met name buikvet.
Stelling 5: 
Een middagdutje kan je productiviteit verhogen

Slide 19 - Diapositive

Feit. Een korte middagdutje van 20-30 minuten kan alertheid en prestaties verbeteren zonder een nadelige invloed op de nachtrust.
Stelling 6: 
‘Gewoon bewegen’ is even gezond als sporten

Slide 20 - Diapositive

Sporten is niet gezonder dan ‘gewoon bewegen’. Er zijn zelfs veel aanwijzingen dat de hele dag stilzitten juist schadelijk is voor de gezondheid. Ook als je aan het einde van de dag gaat sporten. Juist de hele dag door actief zijn en elke dag minimaal een half uur bewegen is gezond.
Stelling 7: 
Je moet 8 per nacht slapen

Slide 21 - Diapositive

Een fabel. Het kan inderdaad zijn dat het voor iemand verstandig is om 8 uur te slapen, maar dat geldt lang niet voor iedereen. Het wisselt sterk per persoon. Hoeveel slaap iemand nodig heeft, hangt af van twee factoren: welk chronotype is iemand (ochtend-, avond- of nachtmens) en hoe zit het met de slaapefficiëntie (is iemand een kort-, gemiddeld- of langslaper).
Kortslapers zijn over het algemeen mensen die heel snel de diepe slaap bereiken en daardoor minder uren slaap nodig hebben. Langslapers bereiken vaak juist langzaam de diepe slaap en hebben daarom – zonder dat ze daar echt invloed op hebben – meer uren slaap nodig. De mensen daar tussenin hebben zo'n beetje 8 uur slaap nodig. Maar dan is het nog steeds van belang om te weten wanneer die slaap zou moeten vallen. 
Stelling 8: 
Stress kan bijdragen aan gewichtstoename.

Slide 22 - Diapositive

Feit. Chronische stress kan leiden tot hormonale veranderingen die gewichtstoename bevorderen, met name buikvet.
Stelling 9: 
Voldoende slaap is net zo belangrijk voor je gezondheid als voeding en beweging

Slide 23 - Diapositive

Feit. Slaap is cruciaal voor fysieke en mentale gezondheid, en een gebrek eraan kan leiden tot diverse gezondheidsproblemen.
Stelling 10: 
Met gezonde genen heb je geen gezonde leefstijl nodig

Slide 24 - Diapositive

Genen hebben wel invloed op processen in het lichaam – zowel positief als negatief -, maar zijn volgens de huidige kennis van de wetenschap niet doorslaggevend. Genoeg bewegen, gezond eten en voldoende slaap leggen de basis voor mentale en fysieke fitheid. We kwalificeren de stelling dus als grotendeels fictie.
Leefstijl

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weekplanning
Week 1: Gezondheid
Week 2: Leefstijl - algemeen
Week 3: Welvaartsziekten
Week 4: Interventies
Week 5: Tools
Week 6: Leefstijladviezen

Afronding: schriftelijke toets 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesplanning
  • Overgewicht en obesitas
  • Diabetes mellitus type 2
  • Hart- en vaatziekten
  • Maag- darm en leverziekten
  • Kanker
  • Psychische stoornissen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De vragen
  1. Wat houdt de welvaartsziekte in?
  2. Hoe veel mensen in Nederland kampen met de welvaartsziekte?
  3. Wat zijn de oorzaken van de welvaartsziekte?
  4. Wat zijn de gevolgen van de welvaartsziekte?
  5. Welke leefstijlfactoren kunnen een rol spelen bij de behandeling
    van de welvaartsziekte? En hoe?

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions