Spreekvaardigheid oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Spreekvaardigheid

Verschillende spreekdoelen:

* amuseren 

* informeren 

* instrueren 

* overtuigen 

Spreekdoelen

amuseren: jouw verhaal spreekt de luisteraars aan en vinden jouw presentatie grappig/leuk.

informeren: je vertelt een helder en duidelijk waar jouw presentatie overgaat en geeft goede voorbeelden (feiten).

instrueren: je legt kort en duidelijk uit wat de bedoeling is en in de goede volgorde.

overtuigen: je geeft je mening en gebruikt argumenten om je luisteraars over te halen.

Lichaamstaal

Als je presenteert maak je gebruik van non-verbale en verbale communicatie.

non-verbale communicatie: je communiceert zonder woorden (knipoog - even aankijken - hoofd schudden - handgebaren -  de woorden die je uitspreekt.

Verbale communicatie: de woorden die je uitspreekt (woorden zijn gericht op de doelgroep die naar je luistert). 

Lichaamstaal

Lichaamstaal bij een presentatie is heel belangrijk. Als de lichaamstaal niet overeenkomt met de boodschap die jij wilt overbrengen, klopt het plaatje niet. 

Let dus goed op je spreekdoel voordat je gaat presenteren of een gesprek aangaat.

Filmpje:

Jullie weten nu weer hoe een gesprek gaat en wat je zeker niet moet doen. Wat gaat er in het volgende filmpje allemaal fout? Let op de non-verbale en verbale communicatie van de man. 

Noteer de dingen die niet goed gaan!

Gesprek voorbereiden

* Ga NOOIT onvoorbereid naar een gesprek!

* Oefen je gesprek met iemand die je goed kent (vader - moeder - broer of zus).

* Bedenk welke vragen je kunt krijgen en hoe je zou antwoorden. 

Mondelinge toets:

- Gesprek gaat over de inhoud van jouw motivatiebrief die jij hebt geschreven voor je stage (en al hebt ingeleverd).

- Waar letten wij op:

* houding (gezichtsuitdrukking, oogcontact)

* spreekvaardigheid (nette zinnen, formele taal)

* jouw reactie op vragen die wij stellen

Leren en oefenen?

Doorlezen: 

Hoofdstuk 10, 23 en 49 van het boek Kern.

Lesson Up spreekvaardigheid

Learn: oefenvragen sollicitatiegesprek (toetsweek 1)

Oefenen:

Bereid het gesprek thuis goed voor! Oefen desnoods met je vader of moeder het gesprek. 

Wat neem je mee - niet mee naar het gesprek?

Wel mee: 

- jouw definitieve versie van de motivatiebrief (printen).

- een vragenlijstje met vragen die jij eventueel nog wilt stellen tijdens het mondeling.

- eventueel een pen om nog iets te noteren.

Niet:

- je mobiel

- kauwgom

Oefenen!!

In tweetallen:

- oefenen van gesprek

- kaartjes met vragen: om en om kaartje pakken en vraag beantwoorden.

- denk aan de regels voor het gesprek!

* denk aan houding - formuleren van je zin.