6.2

Vandaag
1. Toets inzien 
2. LessonUp 6.2 afmaken. Klaar?
3. Huiswerk: Keuzeopdracht over 6.1 of 6.2
Mindmap / samenvatting / leervragen per dia

Inleveren via mail (in een word bestand/foto) 
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
1. Toets inzien 
2. LessonUp 6.2 afmaken. Klaar?
3. Huiswerk: Keuzeopdracht over 6.1 of 6.2
Mindmap / samenvatting / leervragen per dia

Inleveren via mail (in een word bestand/foto) 

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 6.2: Ons klimaat verandert
Wat ga je doen?

Je gaat in tweetallen ontdekken op welke manier ons klimaat verandert en wat de oorzaken en gevolgen daarvan zijn. Aan de hand van verschillende bronnen ga je de stof van deze paragraaf bestuderen.

Alle stof (die je moet leren) uit de paragraaf komt terug in deze LessonUp

Slide 2 - Diapositive

Wat is het verschil tussen het weer en het klimaat?

Slide 3 - Question ouverte

Weer en klimaat

Het weer: temperatuur, neerslag, wind op bepaalde plaats en op bepaald moment.

BV. Als je nu naar buiten kijkt. Het is bewolkt, het regent en het is koud.


Lees: B42 - Weer en klimaat


Het klimaat: gemiddelde weer in een bepaald gebied en over een langere tijd (meestal 30 jaar).
 

BV. Eén hele hete dag, verandert het klimaat niet, want heeft weinig invloed op het gemiddelde over 30 jaar


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Wat verandert er aan de neerslag?

Slide 6 - Question ouverte

Waardoor regent het steeds heviger?

Slide 7 - Question ouverte

Lees bron 1: Neerslag: meer en heviger
Als het regent, regent het harder. Dus niet vaker regen, maar heviger.

Oorzaak: opwarming van de aarde -> warmere lucht -> 
boven zee meer waterdamp opnemen ->
vochtige westenwinden (van zee) over
Nederland heen -> meer regen

Bekijk de foto op de op de volgende dia.
Wat zie je?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat zie je op de grafiek?

Slide 10 - Question ouverte

Wat betekent verdamping?

Slide 11 - Question ouverte

Lees bron: droge zomers
Steeds meer perioden met langdurige droogte, vooral in zomer. 
Weinig regen + grote verdamping
Hoe warmer, zonniger en winderiger, hoe meer water er verdampt. 

In Nederland gemiddeld (over hele jaar) meer neerslag dan verdamping = neerslagoverschot. Maar in voorjaar en zomer: neerslagtekort
Waterbalans = verschil neerslag en verdamping



Slide 12 - Diapositive

Waterbalans
De waterbalans in Nederland:
  • De blauwe balken geven aan hoeveel neerslag er per maand gemiddeld valt (in mm)
  • De gele balken geven aan hoeveel water er gemiddeld verdampt per maand. 
Bekijk de afbeelding en beantwoord de twee vragen op de volgende dia's;
Wat betekent de rode streep in de grafiek?
Waarom zijn de gele balken zo groot in april-aug?

Slide 13 - Diapositive

Wat betekent de rode streep in de grafiek?

Slide 14 - Question ouverte

Waarom zijn de gele
balken zo groot in april-augustus?

Slide 15 - Question ouverte

Waarom zal er in de kuststrook een andere waterbalans zijn als in het binnenland in Nederland?

Slide 16 - Question ouverte

Bekijk de afbeelding en beantwoord de vraag op de volgende dia: welke veranderingen zie je vanaf 1960 tot nu?

Slide 17 - Diapositive

Welke veranderingen zie je vanaf 1960 tot nu?

Slide 18 - Question ouverte

Lees bron: Stijgende temperatuur
De winters worden zachter en de zomers warmer.

- meer zomerse en tropische dagen
- meer hittegolven: opeenvolging 5 zomerse dagen, met minimaal 3 tropische dagen.
- minder vorstdagen  (minimumtemperatuur onder 0 ⁰C)
- minder ijsdagen  (maximumtemperatuur onder 0 ⁰C)

Slide 19 - Diapositive

Soort dag
Kenmerk
Warme dag
>20°C 
Zomerse dag
>25°C 
Tropische dag
>30°C 
Lichte vorst
0 tot -5°C 
Matige vorst
-5 tot -10°C 
Strenge vorst
-10 tot -15°C 
Zeer strenge vorst
<-15°C 

Slide 20 - Diapositive

Lees bron 4: Het klimaat in de toekomst
Het KNMI maakt prognoses van ons klimaat: 4 scenario’s (G, G+, W en W+)

Dit schema is gebaseerd op een verandering van de wereldwijde temperatuur, maar ook het luchtstromingspatroon = waar de wind vandaan komt. (Westenwind = vochtig, Oostenwind = droog)

(Je moet weten wat de vier scenario's inhouden)
 

Slide 21 - Diapositive

Lees bron: Stedelijk warmte-eiland
In steden is het gemiddeld warmer dan in het omliggende landelijke gebied = stedelijk warmte-eiland

  1. stenen, asfalt, staal nemen meer warmte op dan begroeiing -> die warmte komt ‘s nachts vrij
  2. verschil kan 4-8 ⁰C zijn!

Slide 22 - Diapositive

Wat kan je doen om het klimaat in de stad aangenamer te maken?

Slide 23 - Question ouverte

Het KNMI heeft een toekomst scenario voor Utrecht gemaakt. Hierin worden de vier scenario's (G, G+, W en W+) behandeld, net als de informatie over stedelijke warmte-eilanden. 

Klik op de link (volgende dia) en beantwoord de daaropvolgende vragen in de LessonUp.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Wat is er veranderd aan de gemiddelde temperatuur in Utrecht?

Slide 26 - Question ouverte

Wat gaat er veranderen aan het groeiseizoen? En welk verschil is er tussen de 4 scenario's?

Slide 27 - Question ouverte

Wat gaat er veranderen aan het aantal zomerse dagen? En welk verschil is er tussen de 4 scenario's?

Slide 28 - Question ouverte

Welk verschil is gemeten aan de hand van een fietsroute door Utrecht?

Slide 29 - Question ouverte

Welke verandering zal er plaatsvinden met het aantal tropische dagen in Utrecht?

Slide 30 - Question ouverte

Welke verandering heeft er plaatsgevonden met de hoeveelheid neerslag in Utrecht?

Slide 31 - Question ouverte

Welke toekomstscenario's bestaan er over de hevigheid en hoeveelheid neerslag?

Slide 32 - Question ouverte

In welke maanden is er in Utrecht een neerslagtekort?

Slide 33 - Question ouverte

Welke toekomstscenario's bestaan er over droogte in Nederland? En waar is dit van afhankelijk?

Slide 34 - Question ouverte

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Waar in Nederland zal de temperatuur het meest stijgen?
A
Drenthe
B
Noord-Holland
C
Utrecht
D
Zeeland

Slide 37 - Quiz

In welke gebieden in Nederland zal er de meeste neerslag vallen in 2050?

Slide 38 - Question ouverte

Lees B143 Klimaatverandering
Klimaatverandering is heel normaal.

Al heel lang wisselen oude en warme periodes elkaar af --> 
IJstijden / glacialen en interglacialen

Maar het verschil met temperatuurstijgingen in het verleden: de rol van de mens nu!
Behalve het natuurlijk broeikaseffect nu ook het versterkte broeikaseffect

Slide 39 - Diapositive

Wat is het versterkte broeikaseffect?

Slide 40 - Question ouverte

• De zeespiegel ...........
 - door het afsmelten ........................(niet van ..................).
 - door het uitzetten van warmer water.

• Het klimaat wordt ..................... 
- ................: wateroverlast
- ..................: watertekorten.
= opschuiven landbouw- en landschapszones.
 
• Het vrijkomen van methaan uit permafrost
 = extra ...................... waardoor de opwarming versnelt.

Natter
Droger
Broeikasgas
Stijgt
Extremer
Zee-ijs
Landijs

Slide 41 - Question de remorquage

Lees B147 Gevolgen van klimaatverandering

De zeespiegel stijgt
 - door het afsmelten landijs (niet van zee-ijs)
 - door het uitzetten van warmer water
• Het klimaat wordt extremer.
 - natter: wateroverlast
 - droger: watertekorten
-> opschuiven landbouw- en landschapszones.
• Het vrijkomen van methaan uit permafrost = extra broeikasgas waardoor de opwarming versnelt.


Slide 42 - Diapositive

Deze manier om de stof te bestuderen vond ik:
Helemaal niet fijn
Ik heb liever klassikale uitleg
Ik vind afwisseling van deze manier en klassikale uitleg fijn
Heel fijn

Slide 43 - Sondage

De stof uit deze paragraaf
Begrijp ik helemaal niet
Begrijp ik een beetje
Begrijp ik bijna helemaal
Begrijp ik helemaal

Slide 44 - Sondage

Ik heb nog een vraag/wil uitleg over het volgende onderwerp:

Slide 45 - Question ouverte