§8.2 Toonhoogte en frequentie

Vorige les
geluidsgolven
tussenstof
geluidssnelheid

geluidssnelheid v = 343 m/s
s = v.t      t = s/v    v = s/t

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vorige les
geluidsgolven
tussenstof
geluidssnelheid

geluidssnelheid v = 343 m/s
s = v.t      t = s/v    v = s/t

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

deze les
snaar instrumenten
toonhoogte en frequentie
trillingstijd
golflengte

Slide 3 - Diapositive

snaar instrumenten

Op welke 3 manieren kun je een
hoge of lage toon laten horen?

Slide 4 - Diapositive

3 manieren
lengte     korte snaar = hoog geluid

dikte:      dikke snaar  = laag geluid

spanning:       slappe snaar = lage toon

Slide 5 - Diapositive

trillingen
Hoe sneller een snaar of een stemvork beweegt, des te hoger is de toon die je hoort.

 De frequentie  f van een toon is het aantal trillingen per seconde.              eenheid Herz (Hz)
Hoge frequentie is hoge toon.   

Slide 6 - Diapositive

een snaar trilt 10 keer per seconde, wat is de frequentie?
A
0,6 Hz
B
10 s
C
10 Hz
D
0,6 s

Slide 7 - Quiz

Een snaar trilt 2400 keer per minuut. Wat is de frequentie van deze toon.
A
30 Hz
B
2400 Hz
C
3 Hz
D
24000 Hz

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

trillingen zichtbaar maken
Met een oscilloscoop kun je geluidsgolven zichtbaar maken.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien


Welke figuur is de lage toon?

A
links
B
rechts
C
allebei even hoog
D
allebei even hard

Slide 12 - Quiz

oscilloscoop
x-as:  tijd

De tijd kun je instellen: tijdsbasis instellen.
bv. 1 s/div    betekent een vakje duurt 1 seconde
0,2 ms /div    betekent een een vakje duurt 0,2 ms


Slide 13 - Diapositive

De trillingstijd T is de tijd die nodig is voor 1 hele trilling.   (een hele golf beweging)
(seconde)

De golflengte is de afstand van een hele golf (meters)

Slide 14 - Diapositive


De oscilloscoop staat ingesteld op 0,2 ms/div. Hoe lang duurt een hele trilling (Trillingstijd)?
A
2,5 ms
B
5 ms
C
1 ms
D
2 ms

Slide 15 - Quiz

Er is een verband tussen frequentie f (aantal trillingen per seconde) en de trillingstijd T (de tijd die nodig is voor een hele trilling)

T = 1/f     en      f = 1/T

Slide 16 - Diapositive

Een snaar maakt een geluid met een frequentie van 40 Hz. Wat is de trillingstijd?
A
0,025 s
B
0,025 minuten
C
240 s
D
24 minuten

Slide 17 - Quiz

frequentiebereik
ultrasoon geluid: hoge frequentie, mens kan dit niet horen

Slide 18 - Diapositive

aan het werk met
§8.2 goed doorlezen en opgaven maken en nakijken.

frequentie , trillingstijd, golflengte
tijdbasis (voorbeeld 0,2 ms/div)

Slide 19 - Diapositive