3.1B gelijkvormige driehoeken

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Uitleg gelijkvormigheid  (3.1B)

13 klassikaal

14 zelf (stil) daarna bespreken

15 klassikaal

16 met overleg daarna bespreken

hw: 13 t/m 18

Gelijkvormigheid 

goed lezen!

Snavelfiguur (F-hoeken)

∠A=∠A

∠ABC=∠ADE(Fhoeken)

ΔABC∼ΔADE

}

Zijde berekenen

Zijde berekenen

AC⋅AD=AE⋅AB

15⋅AD=10⋅18

AD=​15​​10⋅18​​=12

Zandloperfiguur (Z-hoeken)

8

∠CAB=∠DAE

∠BCA=∠AED(Zhoeken)

}

ΔAED∼ΔACB

zandloperfiguur

8

Kijk maar mee!

Gevraagd: bereken PQ

• Zoek de gelijkvormige driehoeken
• Schrijf op waarom ze gelijkvormig zijn
  
• Schrijf op welke driehoeken gelijkvormig zijn en let daarbij op de volgorde van de letters
• Maak een verhoudingstabel
• Vul in wat je weet
• Bereken de ontbrekende zijde

Uitwerking

Gevraagd: bereken AE

• Zoek de gelijkvormige driehoeken
• Schrijf op waarom ze gelijkvormig zijn
  
• Schrijf op welke driehoeken gelijkvormig zijn en let daarbij op de volgorde van de letters
• Maak een verhoudingstabel
• Vul in wat je weet (gebruik eventueel  de stelling van Pythagoras om een zijde te berekenen)
• Bereken de ontbrekende zijde

Uitwerking

Gevraagd: bereken DS

• Zoek de gelijkvormige driehoeken
• Schrijf op waarom ze gelijkvormig zijn
  
• Schrijf op welke driehoeken gelijkvormig zijn en let daarbij op de volgorde van de letters
• Maak een verhoudingstabel
• Vul in wat je weet
• Noem zo nodig 1 zijde 'x'
• Bereken de ontbrekende zijde

Uitwerking

13 klassikaal

14 zelf (stil) daarna bespreken

15 klassikaal

16 met overleg daarna bespreken

hw: 13 t/m 18