Les 3. Nierinsufficientie

• anatomie/fysiologie/pathologie
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom!

Bij les 3 van 'Pathologie Chronisch zieken'

Werk deze LessonUp door en bekijk de 2 kennisclips met daarin echte quizvragen verwerkt!

00:00

'Ik heb zin in deze les'

Helemaal mee eens

Mee eens

Neutraal

Mee oneens

Helemaal mee oneens

05:48

Welke 'buis' passeert de urine vanaf de nieren het eerst?

Urineleider

Urinebuis

07:31

Wat is GEEN functie van de nieren?

1. Activeren vitamine D
2. Leukocyten produceren
3. Bloeddruk reguleren
4. Zuurgraad van het bloed regelen

11:34

Wanneer moet de hoeveelheid ADH toenemen?

1. Als de tensie op de arterien te hoog is.
2. Als er teveel zout in het bloed zit.
3. Als er te weinig zout in het bloed zit.
4. Als de urine erg geconcentreerd is.

13:05

Welke uitspraak van Kim is onjuist:

Aldosteron laat de bloeddruk (indirect)dalen

Aldosteron laat de bloeddruk (indirect)stijgen

14:47

Bicarbonaat heeft invloed op de...(vul in):

1. Hoeveelheid erytrocyten
2. Hoeveelheid leukocyten
3. Zuurgraad van het bloed
4. Alledrie genoemde antwoorden.

03:59

Waardoor wordt de diagnose van nierisufficientie vaak laat gesteld?

1. Doordat de nieren niet veel processen regelen.
2. Door de grote reservecapaciteit van de nieren.
3. Doordat er in de nieren geen pijnreceptoren liggen.
4. Doordat mensen niet snel doorhebben dat ze minder plassen.

05:09

Symptomen
van nierinsufficientie

07:11

Wat zijn 2 afvalstoffen die je nieren normaal uit je bloed halen?

1. Creatine en urea
2. Creatinine en urea
3. Creatine en ureum
4. Creatinine en ureum

08:23

Wat betekent 'eGFR'?

10:22

Wat is het verschil tussen een dipslide en een dipstick? (zoek uit)

11:58

(Niet-)medicinale
behandeling