2019.04.04.Nascholing Verpl Spec - Nierfunctie

Nierfunctie
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnBeroepsopleiding

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Nierfunctie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Na deze sessie kunt u:  
  • uitleggen welke manieren er zijn om nierfunctie te bepalen en wat de voor- en
     nadelen daarvan zijn
  • de oorzaken van een acute nierinsufficientie noemen en deze indelen in pre-, intra-,
     en postrenaal
  • de eerste diagnostische stappen bij nierinsufficientie benoemen
  • verschillende labwaarden m.b.t. nierfunctie noemen
  • afwijkingen in deze labwaarden relateren aan oorzaken van nierinsufficentie

Slide 2 - Diapositive

Opzet
Vorm 
  • Waar kan; interactief (inloggen mbv code linksonderin het scherm)
  • Onderbreek bij onduidelijkheden

Inhoud
  • Functie van de nier
  • Nierfunctie meten
  • Oorzaken (acute nierinsufficientie)
  • Diagnostische workup
  • Quiz


Slide 3 - Diapositive

Functies van de nier
  • Filteren


  • Elektrolytenbalans

  • Waterbalans
  • Bothuishouding (calcium; via vitamine D)
  • Bloeddruk (renine; RAAS systeem)
  • Productie van erytrocyten (epo)
  • Lichamelijke afvalstoffen (kreatinine, ureum, urinezuur)
  • Medicatie
  • Natrium, kalium, chloor, fosfaat, bicarbonaat

Slide 4 - Diapositive

Anatomie van de nier
  • 125 ml/min ->
     180L per dag!
  • 90-95% van de voorurine
     wordt teruggeresporbeerd

Slide 5 - Diapositive


  • Welke labwaarde geeft de beste afspiegeling van de nierfunctie? 
A
Chloor
B
Fosfaat
C
Kreatinine
D
Ureum

Slide 6 - Quiz

Nierfunctie meten
  • We meten het filtratievermogen van de nier (in ml/min)
  • Gouden standaard: 






  • Daarom: kreatinine
  • Exogene stof; concentratie in bloed voorspelbaar
  • Volledig en onveranderd uitgescheiden in de glomerulus
  • Geen terugresorptie
  • Geen secretie in tubulus
  • bv: inulin of iothalamaat
  • Tijdrovend en duur

Slide 7 - Diapositive

Kreatinine
  • Afvalstof uit spieren




  • Bij voorkeur: 24-uurs uitscheiding

  • Afgeleide: kreatinine in bloed
  • Redelijk constante productie en dus concentratie in bloed
  • (nagenoeg) Volledig en onveranderd uitgescheiden in de glomerulus
  • Geen terugresorptie
  • Wel enige secretie in tubulus 
(1000 x Urine creatinine in mmol/l / Serum creatinine in micromol/l) x (volume 24 uurs urine in ml/1440)
  • aanname: productie verandert niet
  • aanname: excretie in tubulus verandert niet

Slide 8 - Diapositive


Sleep het juiste kreatinine bij de juiste persoon 
55 μmol/L
125 μmol/L

Slide 9 - Question de remorquage


Sleep het juiste kreatinine bij de juiste persoon 
125 μmol/L
105 μmol/L

Slide 10 - Question de remorquage


Sleep het juiste kreatinine bij de juiste persoon 
95 μmol/L
75 μmol/L

Slide 11 - Question de remorquage


Sleep het juiste kreatinine bij de juiste persoon 
85 μmol/L
95 μmol/L

Slide 12 - Question de remorquage

Kreatinine
  • Serumkreatinine hoger bij:




  • Daarnaast is er medicatie die excretie verlaagt:

  • meer spiermassa
  • lagere leeftijd
  • mannelijk geslacht
  • negroide afkomst 
  • Trimethoprim (onderdeel cotrimoxazol)
  • Cimetidine (maagzuurremmer)

Slide 13 - Diapositive


  • Welke kreatininestijging reflecteert de grootste achteruitgang in nierfunctie?
A
Kreatinine 50 -> 100 μmol/L
B
Kreatinine 100 -> 200 μmol/L
C
Kreatinine 200 -> 400μmol/L
D
Kreatinine 400 -> 600μmol/L

Slide 14 - Quiz

Kreatinine

Slide 15 - Diapositive

Kreatinine

Slide 16 - Diapositive

Kreatinine

Slide 17 - Diapositive

Kreatinine

Slide 18 - Diapositive

Kreatinine

Slide 19 - Diapositive

eGFR obv kreatinine
  • Kreatinineklaring berekenen met alleen lab, 3 formules
  • Cockroft-Gault 

  • MDRD

  • beide minder acuraat bij normale en minimaal verlaagde nierfuncties
     (onderschatting!), obese mensen, en Japanners en enkel andere Aziatische populaties
  • CKD-EPI
  • neemt leeftijd, geslacht en gewicht in acht
  • neemt leeftijd, geslacht en afkomst in acht 
  • neemt leeftijd, geslacht, gewicht en afkomst in acht 
  • minder onderschatting bij normale/minimaal verlaagde nierfuncties

Slide 20 - Diapositive

eGFR obv 24-uurs urine
  • Kreatinineklaring berekenen met 24-uurs urine 
  • robuuster: minder last van sampling error en variatie in kreatexcretie over de dag 
  • GFR = [Kreatineurine x Volumeurine]   \   Kreatineserum
    (in liters per dag -> x1000 en delen door 1440 om op ml/min uit te komen
Vragen?

Slide 21 - Diapositive

Acute nierinsufficientie
  • Definitie:



  • Indeling oorzaken
  • Serumkreatininestijging ≥26,5 μmol/l in 48 uur; of
  • Serumkreatininestijging 1,5x de uitgangswaarde, in de laatste 7 dagen; of
  • Urinevolume < 0,5 ml/kg/uur gedurende minimaal 6 uur
  • Prerenaal
  • Renaal
  • Postrenaal

Slide 22 - Diapositive

Oorzaken acute nierinsufficientie
  • Prerenaal



  • Renaal




  • Postrenaal: obstructie (prostaat, niersteen, uretercarcinoom, lymfoom met compressie
     van ureter)
  • Hypovoliemie (braken, diarree, bloeding)
  • Verminderd effectief circulerend volume (ascites, sepsis)
  • Verminderd hartminuutvolume (hartfalen)
  • microvasculair: vasculitis, trombose
  • glomerulair: postinfectieus, SLE, IgA nefropathie
  • tubulair: cast-nefropathie (bij multipele myeloom), acute tubulaire necrose (agv shock)
  • interstitieel (medicamenteus, nierinfecties)

Slide 23 - Diapositive

Oorzaken acute nierinsufficientie
  • Prerenaal



  • Renaal




  • Postrenaal: obstructie (prostaat, niersteen, uretercarcinoom, lymfoom met compressie
     van ureter)
  • Hypovoliemie (braken, diarree, bloeding)
  • Verminderd effectief circulerend volume (ascites, sepsis)
  • Verminderd hartminuutvolume (hartfalen)
  • microvasculair: vasculitis, trombose
  • glomerulair: postinfectieus, SLE, IgA nefropathie
  • tubulair: cast-nefropathie (bij multipele myeloom), acute tubulaire necrose (agv shock)
  • interstitieel (medicamenteus, nierinfecties)
45%
21 %
10%
(vaak mannen met vergroot prostaat)

Slide 24 - Diapositive

Workup acute nierinsufficientie
1. Zijn er complicaties?







2. Oorzaak?
  • hyperkaliemie
  • hypo- of hypernatriemie
  • metabole acidose (bicarbonaat)
  • pulmonaal oedeem (dyspnoe?)
  • uremische complicaties (ureum >40 mmol/L); pericarditis, bloedingsneiging door
     trombopathie?
  • (hyperfosfatiemie of hypocalciemie)

Slide 25 - Diapositive

Workup acute nierinsufficientie
2. Oorzaak?




3. Nader aanvullend onderzoek
  • aanwijzingen prerenale oorzaak? (braken, diarree, bloeding, sepsis/infectie)
  • aanwijzingen hypotensie? (operatie gehad?) -> ATN
  • medicatie gebruik? (antibiotica, diuretica)
  • obstructie? (niersteen, prostaatvergroting?)
  • echo (bij verdenking obstructie)
  • urinesediment

Slide 26 - Diapositive

Workup acute nierinsufficientie
  • urinesediment
  • dysmorfe ery's?  -> glomerulonefritis
  • leukocyten? -> interstitiele nefritis
  • Fractionele natrium excretie: <1% = prerenaal; >1% = ATN 
  • Fractionele ureum excretie: <35% = prerenaal; >50% = ATN, interstitiele nefritis of
     obstructie

Slide 27 - Diapositive

Workup acute nierinsufficientie
Samenvattend
  • Anamnese en lichamelijk onderzoek: medicatie, hypovolemie, hypotensie,
     obstructie, dyspnoe
  • Lab: kalium, natrium, bicarbonaat, ureum, calcium, albumine, fosfaat
  • (optioneel) Urine: sediment, kreatinine, natrium, ureum
  • (optioneel) Echo; obstructie?
Vragen?

Slide 28 - Diapositive

Chronische nierinsufficientie
Aandachtspunten
  • medicatie; altijd jezelf afvragen of het medicament uberhaupt is toegestaan, en of
     dosisaanpassing nodig is
  • preventie contrastnefropathie; diuretica, ACE-remmers en metformine dag van te
     voren staken, pre- en posthydreren (eGFR <30ml/min)
  • vochtregulatie is verminderd; makkelijker overvuld (lagere eGFR)

Slide 29 - Diapositive


Quiz

  • Kreatinine wordt geproduceerd in
A
botweefsel
B
darmweefsel
C
nierweefsel
D
spierweefsel

Slide 30 - Quiz


Quiz

  • Naast de functie van uitscheiding van afvalstoffen, is een andere functie van de
     nier:
A
regulatie van ademhaling
B
regulatie van de bloeddruk
C
regulatie van hartminuutvolume
D
regulatie van de productie van trombocyten

Slide 31 - Quiz


Sleep het juiste kreatinine bij de juiste persoon 
45 μmol/L
95 μmol/L
125 μmol/L
75 μmol/L

Slide 32 - Question de remorquage


Quiz

  • Een belangrijke complicatie van acute nierinsufficientie is:
A
hypercalciemie
B
hyperglycemie
C
hyperkaliemie
D
hypertriglyceridemie

Slide 33 - Quiz


Quiz

  • Op de SEH presenteert zich een 75-jarige man met een kreatinine van 180 μmol/L
    (1 week geleden 75 μmol/L). Hij gebruikt geen medicatie, heeft niet gebraakt en heeft geen diarree. Welk aanvullend onderzoek gaat u het meest helpen de oorzaak van de acute nierinsufficientie te achterhalen?
A
CT-abdomen
B
ECG
C
Echo urinewegen

Slide 34 - Quiz


Quiz

  • De nier filtert ... liter bloed per dag.
A
80
B
99
C
125
D
180

Slide 35 - Quiz


Quiz

  • Een nadeel van de MDMR en de Cockgroft Gault formule is dat beide minder adequaat zijn bij:
A
bejaarden
B
magere patiënten
C
mensen van negroide ras
D
obese patiënten

Slide 36 - Quiz


Quiz

  • Naast de functie van uitscheiding van afvalstoffen, is een andere functie van de
     nier de regulatie van:
A
vitamine A
B
vitamine B
C
vitamine D
D
vitamine K

Slide 37 - Quiz


Quiz

  • Een bevinding bij urine-onderzoek wat past bij een prerenale oorzaak van acute
     nierinsufficientie is:
A
Fractionele natriumexcretie <1%
B
Fractionele natriumexcretie >1%
C
Fractionele fosfaatexcretie <1%
D
Fractionele fosfaatexcretie >1%

Slide 38 - Quiz


Quiz

  • Een medicijn wat bij patienten een verhoogd risico op contrastnefropathie kan
     geven is:
A
cimetidine
B
metformine
C
metoprolol
D
oxynorm

Slide 39 - Quiz


Quiz

  • Op zaal chirurgie zorgt u voor iemand die eergister is geopereerd (verwijdering coloncarcinoom), waarbij er nogal wat bloedverlies is opgetreden. Zijn kreatinine blijkt vandaag 175 μmol/L (voor opname 94 μmol/L). Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van de acute nierinsufficientie (obv de gegevens die u nu heeft)?
A
acute glomerulonefritis
B
acute tubulus necrose
C
interstitiele schade a.g.v. medicatie
D
postinfectieuze glomerulaire schade

Slide 40 - Quiz

m (N)ferrtine
Quiz

  • Naast de functie van uitscheiding van afvalstoffen, is een andere functie van de
     nier:
A
regulatie van bothuishouding
B
regulatie van productie leukocyten
C
regulatie van stolling
D
regulatie van CRP

Slide 41 - Quiz

m (N)ferrtine
Quiz

  • De beste eerste stap bij een patient met een acute nierinsufficiente zou zijn:
A
Bloeddruk meten
B
Calcium meten
C
Ureum meten
D
Trombocyten meten

Slide 42 - Quiz


Sleep de kreatininestijgingen bij de juiste daling van eGFR:
Daling van 38 ml/min
Daling van 30 ml/min
Daling van 28 ml/min
Daling van 10 ml/min
A: Kreatinine 400 -> 600 μmol/L 
B: Kreatinine 200 -> 400 μmol/L 
C: Kreatinine 100 -> 200 μmol/L 
D: Kreatinine 50 -> 100 μmol/L 

Slide 43 - Question de remorquage


Quiz

  • Uw buurman van 69 jaar oud (BMI: 35 kg/m2) wil graag zijn nierfunctie laten meten.
     Welke methode zou u hem aanraden?
A
kreatinine klaring obv 24-uurs meting
B
kreatinine klaring obv CKD-EPI formule
C
kreatinine klaring obv Cockroft Gault formule
D
kreatinine klaring obv MDRD formule

Slide 44 - Quiz


Quiz

  • Een oorzaak van acute nierinsufficientie die kan worden veroorzaakt door
     hypotensie is:
A
acute interstitiele nefritis
B
acute tubulus necrose
C
trombose in één van de kleine niervaatjes
D
SLE

Slide 45 - Quiz


Quiz

  • Patienten met een acute nierinsufficientie (met name een acuut op chronische
     nierinsufficientie) kunnen acuut kortademig worden met een lage zuurstofsaturatie.
     Dit is een gevolg van:
A
pulmonaal oedeem
B
hyperkaliemie
C
metabole acidose
D
hypernatriemie

Slide 46 - Quiz

m (N)ferrtine
Quiz

  • Bij algemene checkup bleek het kreatinine van uw buurvrouw 125 μmol/L te zijn. Dit was twee weken geleden nog 105 μmol/L. Ze gebruikt de volgende medicatie: metformine, cotrimoxazol, nifedipine, movicolon. U stelt haar gerust: haar nierfunctie is in orde, haar kreatinine excretie is alleen wat toegenomen door de:
A
cotrimoxazol
B
metformine
C
movicolon
D
nifedipine

Slide 47 - Quiz


Sleep de juiste symptomen bij de juiste oorzaak van nierinsufficentie (1 of meerdere symptomen per oorzaak mogelijk):
Prerenaal
Renaal
Posternaal
Hypotensie tijdens operatie
Niersteenkoliek
Braken
Ernstige sepsis
Fractionele natriumexcretie <1%
Antibioticagebruik

Slide 48 - Question de remorquage


Quiz

  • De meest voorkomende oorzaak van acute nierinsufficientie bij opgenomen personen
     is:
A
prerenaal
B
renaal
C
postrenaal

Slide 49 - Quiz

Oorzaken acute nierinsufficientie
  • Prerenaal



  • Renaal




  • Postrenaal: obstructie (prostaat, niersteen, uretercarcinoom, lymfoom met compressie
     van ureter)
  • Hypovoliemie (braken, diarree, bloeding)
  • Verminderd effectief circulerend volume (ascites, sepsis)
  • Verminderd hartminuutvolume (hartfalen)
  • microvasculair: vasculitis, trombose
  • glomerulair: postinfectieus, SLE, IgA nefropathie
  • tubulair: cast-nefropathie (bij multipele myeloom), acute tubulaire necrose (agv shock)
  • interstitieel (medicamenteus, nierinfecties)
45%
21 %
10%
(vaak mannen met vergroot prostaat)

Slide 50 - Diapositive


Quiz

  • Een voorbeeld van een prerenale oorzaak van nierinsufficientie is:
A
diarree
B
niersteen
C
prostaathypertrofie
D
trombose van de microcirculatie

Slide 51 - Quiz

Bronnen
  • Het acute boekje (www.het acuteboekje.nl); acute nierinsufficientie
  • Uptodate: Assessment of kidney function

Slide 52 - Diapositive