K5 Vermogen berekenen

K5 Vermogen berekenen
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

K5 Vermogen berekenen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermogen
Het vermogen (P) hangt af van: De spanning (U).
Hoe meer Volt (V), des te groter is het vermogen.

Het vermogen (P) hangt óók af van: De stroomsterkte (I).
Hoe meer Ampère, des te groter het vermogen.
                          De formule voor het vermogen is dus:
                                               P = U x I

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermogen = spanning x stroomsterkte

P = U x I

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formule ombouwen
Basisformule: P = U x I
Tussen U en I staat een x. Als je één van de 2 wilt weghalen moet je het omgekeerde van vermenigvuldigen doen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het omgekeerde van vermenigvuldigen?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Formule ombouwen
Als je U wilt weten wordt het dus:
Basisformule: P = U x I
                               P / I = U


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formule ombouwen
Als je I wilt weten wordt het dus:
Basisformule: P = U x I
                               P / U = I


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer altijd eerst je basisformule!

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grootheid
afkorting
Eenheid
afkorting
Vermogen
P
Watt
W
Stroomsterkte
I
Ampere
A
Spanning
U
Volt
V

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere eenheden reken je op dezelfde manier om als bij lengte/afstand. Je vervangt alleen de eenheid "meter" voor Ampere, volt, watt, gram, hertz, ohm etc.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

17,5A = ....mA

A
0,1750 mA
B
1,750 mA
C
17,50 mA
D
17500 mA

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Hoeveel volt is 200 mV
A
200
B
2000
C
0,02
D
0,2

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel kW is 245 W
A
24, 5 kW
B
2,45 kW
C
0,245 kW
D
245000 kW

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Omrekenen van ampere
7,289A.................mA
A
728900mA
B
7289 mA
C
0,7289mA
D
72,89mA

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Omrekenen van ampere
10mA= ............A
A
1A
B
100A
C
0,010A
D
0,10A

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De sauna heeft een vermogen 20.000W. De netspanning is 200V. Wat is de stroomsterkte?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

U = 230 V
I = 2 A
Bereken het vermogen

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermogen vaatwasser is 2350 W
Bereken de stroomsterkte.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken het vermogen van het lampje.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het vermogen van één lamp?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een lamp heeft een stroomsterkte van 500mA en een spanning van 6V wat is het vermogen?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een TV heeft een vermogen van 450 W.

Hoeveel kW is dit?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een waterkoker heeft een vermogen van 900 W. Hoe groot is de stroomsterkte van de waterkoker?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze waterkoker heeft een vermogen van 760 W.
Bereken de stroomsterkte als hij aanstaat.

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een lamp heeft een vermogen van 15W wat is zijn spanning als er 3A op staat?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen: Op een ander lampje staat 6 V en 0,5 A.
Hoe groot is het vermogen van dit lampje?

Slide 26 - Question ouverte

Antwoord:
U = 6V
I = 0,5 A
P = U∙I
= 6 × 0,5
= 3,0 W
Als een elektromotor (48 V) op vol vermogen werkt, loopt er een stroom van 128 A.
Bereken het vermogen van de elektromotor in kW

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je meet 6,0V en 1,5A.
Hoe groot is het vermogen?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan wat het vermogen is van de mixer en wat het vermogen van de stofzuiger is.

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions