13-11 (Spelling)

Planning
  • Nakijken opdracht 45 en opdracht 46 Lezen blok 2 (blz. 91)
  • Uitleg:
  • Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (PV TT)
  • Korte en lange klanken
  • Maken opdrachten 25, 26, 27, 28
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Planning
  • Nakijken opdracht 45 en opdracht 46 Lezen blok 2 (blz. 91)
  • Uitleg:
  • Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (PV TT)
  • Korte en lange klanken
  • Maken opdrachten 25, 26, 27, 28

Slide 1 - Diapositive

Nakijken
  • Opdracht 45 zelf nakijken
  • Opdracht 46 bespreken

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van deze les;

  • Kan je de persoonsvorm juist vervoegen in de tegenwoordige tijd.
  • Weet je hoe je woorden met korte klanken langer maakt.
  • Weet je hoe je woorden met lange klanken langer maakt.

Slide 3 - Diapositive

Tegenwoordige tijd van werkwoorden

Slide 4 - Diapositive

Hoe vind je de persoonsvorm ook alweer?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Vrolijk lopen Isis en Loïs over straat naar de winkel.

Slide 6 - Question ouverte

Stam vs. ik-vorm

Stam = hele werkwoord -en zweven: zwev

Ik-vorm = aangepaste stam zwev: zweef

Slide 7 - Diapositive

Ik-vorm + t
  • Bij je, jij voor de persoonsvorm

  • Bij hij, zij, het voor of acher de persoonsvorm
 (Maar ook de vader, de moeder etc.). 

Slide 8 - Diapositive

Hele werkwoord
  • Bij wij, jullie en zij (meevrouwd) schrijf je het hele werkwoord. 

Wij lopen. 

Slide 9 - Diapositive

Vul de goede vorm in:
De man .... op het raam. (bonsen)

Slide 10 - Question ouverte

Vul de goede vorm in:
Ik ... door de lucht. (zweven)

Slide 11 - Question ouverte

Vul de goede vorm in:
Ik ... de arme vrouw. (redden)

Slide 12 - Question ouverte

Vul de goede vorm in:
Hij ... de arme vrouw. (redden)

Slide 13 - Question ouverte

Vul de goede vorm in:
... je verlegen? (worden)

Slide 14 - Question ouverte

Vul de goede vorm in:
... je vriend verlegen? (worden)

Slide 15 - Question ouverte

je achter PV
Word je verlegen?
Wordt je moeder verlegen?

Kun je je vervangen door jij? --> Dan ik-vorm!

Kun je dat niet? --> Dan ik-vorm + t!

Slide 16 - Diapositive

Wat gaat er hier fout?
(bus - busen, tak - taken, klap - klapen)

Slide 17 - Question ouverte

Wat gaat er hier fout?
(school-schoolen, maan-maanen, blaag-blaagen)

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Vidéo

Aan de slag!


Huiswerk:

Opdrachten 25, 26, 27 en 28 Spelling blok 2 (blz. 78)

Slide 20 - Diapositive