H12 Gezondheid 12.3 Specifieke afweer deel 1 H5

H12 Gezondheid
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

H12 Gezondheid

Slide 1 - Diapositive

Welke witte bloedcellen kunnen direct een infectie bestrijden?
A
fagocyten
B
lymfocyten
C
alle witte bloedcellen
D
geen enkele witte bloedcel

Slide 2 - Quiz

Welke van de onderstaande reacties zijn kenmerkend voor een ontsteking?
A
De doorbloeding neemt in betreffend weefsel toe door bloedvatverwijding
B
Beschadigde cellen geven signaalstoffen af aan weefselvloeistof en bloedplasma
C
Fagocyten worden aangetrokken
D
Doorlaatbaarheid van de haarvaten wordt groter

Slide 3 - Quiz

Dit hoofdstuk
12.1 Voorkomen is beter dan genezen
12.2 Eigen afweer en antibiotica
12.3 Specifieke afweer
12.4 Bloedgroepen
12.5 Als het mis gaat

Zeer actueel gezien corona, dus grote kans op examen!

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Herkenning
Je witte bloedcellen (macrofagen en lymfocyten) kunnen stoffen herkennen aan de buitenkant van cellen en virussen. Die stoffen heten antigenen.

Slide 6 - Diapositive

Herkenning
Je witte bloedcellen weten welke antigenen in je lichaam thuishoren (van je eigen cellen en van je goede bacteriën, bijvoorbeeld in je darm) en dus ook welke er niet in thuis horen.

Slide 7 - Diapositive

Antigenen zijn altijd lichaamsvreemd
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Nadat de macrofaag de ziekteverwekker heeft afgebroken koppelt hij het antigeen aan een MHC-II molecuul en wordt een APC (=Antigeen Presenterende Cel)

Waar beweegt deze cel zich heen?

A
Bloedvaten en hart
B
Zenuwen en hersenen
C
Spieren en botten
D
Lymfeknopen of milt

Slide 10 - Quiz

Zodra de eerste T-cel geactiveerd wordt veranderd deze in een...
A
Ts-cel (T-supressorcel)
B
Tc-cel (cytotoxische T-cel)
C
Th-cel (T-helper cel)
D
plasmacel

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Welke witte bloedcellen kunnen voorkomen dat een virus zich verspreid?
A
granulocyten
B
macrofagen
C
b-lymofcyten
D
t-lymofcyten

Slide 13 - Quiz

Tegen welke ziekteverwekker zal een Tc-cel niet zo veel effect hebben?
A
bacteriën
B
virussen
C
schimmels
D
parasieten (wormen)

Slide 14 - Quiz

Juist
Onjuist
Het griepvirus leidt niet tot de vorming van geheugencellen, omdat je ieder jaar wel de griep kunt krijgen.
Macrofagen hebben niets te maken met antistoffen, en zijn alleen belangrijk in de algemene afweer.
Ook zonder Tc cellen kan je een virusinfectie bestrijden, omdat antistoffen ook virussen aanvallen

Slide 15 - Question de remorquage

Leg in eigen woorden het verschil uit tussen de humorale en de cellulaire afweer

Slide 16 - Question ouverte

Huiswerk
  • Begrippenlijst
  • Maken opdrachten 12.3: 
  • Nakijken en verbeteren
  • Vragen stellen 
  • Bekijk de filmpjes over specifieke afweer
  • H7 zelfstandig herhalen 

Slide 17 - Diapositive

Laat zien dat je de opdrachten hebt gemaakt en nagekeken

Slide 18 - Question ouverte

Welke vragen heb je nog?

Slide 19 - Carte mentale