Hoge en lage status

Hoge en lage status 
Ik kan het verschil benoemen tussen hoge en lage status 
Ik kan zelf een hoge en  lage status  aannemen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoge en lage status 
Ik kan het verschil benoemen tussen hoge en lage status 
Ik kan zelf een hoge en  lage status  aannemen

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent status

Slide 2 - Carte mentale

2 soorten statussen
Maatschappelijke status
Toneel status

Slide 3 - Diapositive

Wat betekent maatschappelijke status

Slide 4 - Question ouverte


Slide 5 - Question ouverte

Lage status

Slide 6 - Carte mentale

TONEEL STATUS
DIT IS EEN HOUDING
EN DOOR DIE HOUDING VERHOUD JE JE TOT JE OMGEVING

Slide 7 - Diapositive

LAGE STATUS
HOUDING
NEUTRALE HOUDING

Slide 8 - Diapositive

HOGE STATUS HOUDING

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

WELK PLAATJE HEEFT DE LAAGSTE STATUS
A
1
B
4
C
3
D
2

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Welke status is dit?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Hoge en lage status 
Wie is de baas in de scene? 
Personages zijn niet altijd gelijk. Hierdoor ontstaat spanning!

Slide 17 - Diapositive

Opdracht
1. Maak tweetallen. 
2. Stel je voor in een hoge status. En daarna in een lage status.
3. 
Opdracht (5 minuten)
1. Maakeen groepje max 4 personen.
2. Verzin een scène waarin sprake is van een maatschappelijke status
3. In de scène moeten ook  verschillende toneelstatussen zitten .
    Je personage mag wisselen (met een rede) van toneelstatus)
4. Het is voor een cijfer.

SUCCES



Slide 18 - Diapositive

Afsluiting 
Wat heb je geleerd over hoge en lage status? Wat is het verschil? 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive