Thema 1 - les 2 - woorden over wonen
1 / 15
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
onbekend
welke delen
één
het hele woord
Slide 3 - Question de remorquage
Welk woord hoort op de stippeltjes?
Sam staat in het ...... van een huis?
A
huisnummer
B
voorgevel
C
portiek
D
deurmat
Slide 4 - Quiz
Welk woord hoort op de stippeltjes?
De .... springt aan en verlicht de straat
A
dakgoot
B
lantaarnpaal
C
voorgevel
D
deurmat
Slide 5 - Quiz
Welk woord hoort op de stippeltjes?
De deur gaat open. Op de ..... staat Abdel.
A
dakgoot
B
lantaarnpaal
C
voorgevel
D
deurmat
Slide 6 - Quiz
Welk woord hoort op de stippeltjes?
De familie Benali woont op ... 13.
A
huisnummer
B
lantaarnpaal
C
voorgevel
D
portiek
Slide 7 - Quiz
Welk woord hoort op de stippeltjes?
De ... is lek. Er stroomt water uit.
A
huisnummer
B
lantaarnpaal
C
voorgevel
D
dakgoot
Slide 8 - Quiz
Welk woord hoort op de stippeltjes?
De ..... van het huis is nat.
A
portiek
B
lantaarnpaal
C
voorgevel
D
huisnummer
Slide 9 - Quiz
Maak een zin met het woord
het raamkozijn
Slide 10 - Question ouverte
Welk woord hoort op de stippeltjes?
Vaak fotografeer je ......... van een huis?
A
de goot
B
de voorgevel
C
het raamkozijn
D
het portiek
Slide 11 - Quiz
Welk woord hoort erbij?
Het lijkt op de lijst van een schilderij.
A
de goot
B
de voorgevel
C
het raamkozijn
D
het portiek
Slide 12 - Quiz
Welk woord hoort erbij
Hier sta je droog als het regent.
A
de goot
B
de voorgevel
C
het raamkozijn
D
het portiek
Slide 13 - Quiz
Welk woord hoort op de stippeltjes?
Langs deze geul stroom het regenwater weg.
A
de goot
B
de voorgevel
C
het raamkozijn
D
het portiek
