Herhaling hoofdstuk 2

Herhaling hoofdstuk 2
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhaling hoofdstuk 2

Slide 1 - Diapositive

Theorie hoofdstuk 2
In de volgende dia's komen alle begrippen uit hoofdstuk 2 nog eens voorbij. Geef bij elk begrip aan of je het kent of niet (kennen betekent ook: weten hoe je het moet uitrekenen). 
Er is geen goed of fout, wees vooral eerlijk.

Slide 2 - Diapositive

Causaal verband
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 3 - Sondage

Populatie
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 4 - Sondage

Steekproef
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 5 - Sondage

Representatief
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 6 - Sondage

Populatieproportie
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 7 - Sondage

Steekproefproportie
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 8 - Sondage

Bij een steekproef geven 12 leerlingen aan dat ze meer dan 20 uur gamen, waarmee de steekproefproportie op 0,09 komt. Hoeveel leerlingen zaten er in de steekproef? Rond af op hele leerlingen

Slide 9 - Question ouverte

Kwalitatief en kwantitatief
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 10 - Sondage

Nominaal en ordinaal meetniveau
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 11 - Sondage

Discreet en continu
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 12 - Sondage

Is het profiel waar je in zit een nominale of een ordinale variabele?
A
Nominaal
B
Ordinaal

Slide 13 - Quiz

Centrummaten
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 14 - Sondage

Modus
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 15 - Sondage

Mediaan
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 16 - Sondage

Gemiddelde
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 17 - Sondage

Uitschieter
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 18 - Sondage

Boxplot
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 19 - Sondage

Spreidingsbreedte
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 20 - Sondage

Interkwartielafstand
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 21 - Sondage

In 2017 is bijgehouden hoe warm het was in de Bilt. Hoeveel dagen was het warmer dan 21,8 graden?

Slide 22 - Question ouverte

Modale klasse
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 23 - Sondage

Vul je antwoord straks in op de volgende dia
In een stad is er bijgehouden hoeveel 
klachten over geluidsoverlast er per dag 
binnenkwamen. Het jaar ervoor waren er
6215 klachten. Kun je op basis van deze
tabel concluderen dat er dit jaar meer
klachten waren? Licht toe.

Slide 24 - Diapositive

Noteer hier je antwoord

Slide 25 - Question ouverte

Histogram
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 26 - Sondage

Frequentiepolygoon
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 27 - Sondage

Relatief
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 28 - Sondage

Cumulatief
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 29 - Sondage

Vul je antwoord straks in op de volgende dia
Van 240 mannen is het
zuurstofgehalte van het bloed
gemeten (in volumeprocenten). Zie
de figuur hiernaast. Hoeveel 
mannen hebben tussen de 18,5% 
en 20,5% zuurstof in hun bloed?

Slide 30 - Diapositive

Noteer hier je antwoord

Slide 31 - Question ouverte

Phi-coëfficiënt
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 32 - Sondage

Vul je antwoord straks in op de volgende dia
In de tabel hiernaast zie je hoeveel
leerlingen van rijschool A en B 
zijn geslaagd tijdens hun eerste
rij-examen. Bereken of het verschil
tussen de rijscholen groot, 
gemiddeld of gering is. Gebruik het
formuleblad. 

Slide 33 - Diapositive

Het verschil is
A
Groot
B
Gemiddeld
C
Gering

Slide 34 - Quiz

Effectgrootte
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 35 - Sondage

Bij een onderzoek naar koffiezetapparaten bleek de gemiddelde levensduur van een Gustoso 5,4 jaar met een standaardafwijking van 1,6 jaar. Van het merk Robusto was de gemiddelde levensduur 6,6 jaar, met een standaardafwijking van 1,2 jaar. Is dit verschil groot, gemiddeld of gering. Gebruik het formuleblad.
A
Groot
B
Gemiddeld
C
Gering

Slide 36 - Quiz

Max VCP
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 37 - Sondage

Associatiemaat
Ken ik wel
Ken ik niet

Slide 38 - Sondage

Vul je antwoord straks in op de volgende dia
Bij 3 supermarkten zijn van 300 klanten (per
supermarkt) de wachttijden bij de kassa 
genoteerd. Bepaal of het verschil tussen de
supermarkten A en C groot, gemiddeld of 
gering is. Maak gebruik van het Max. VCP 
en van boxplots. Trek je 2 keer dezelfde 
conclusie?

Slide 39 - Diapositive

Vul hier je antwoord in
A
Ja
B
Nee

Slide 40 - Quiz