4 juni - les 1 lessen op rij

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

4 juni - les 1 spreken

Vandaag

- Nieuwsbericht

- Taalfout 

- Beter Spellen

- Spreken, voorkennis ophalen

- Dilemma op dinsdag 

Les dinsdag - 3 weken 

We gaan aan de slag met spreekvaardigheid. 

Les 1 - dilemma's 

Les 2 - overtuigend spreken 

Les 3 - debat in de klas 

Lesdoelen vandaag 

Thema: dilemma's

- Je leert je mondeling begrijpelijk uit te drukken

- Je kent het onderscheid tussen een feit en mening 

- Je kan je keuze voor een stelling beargumenten

- Je leert deel te nemen aan een discussie in een groep 

Nieuwe kabinet wil dat de belasting op boeken van 9% naar 21% gaat. 

Zo worden boeken een stuk duurder, ook kinderboeken.  

Ondertussen gaat de leesvaardigheid onder jongeren in NL al jaren achteruit. 

Beter Spellen

Voorkennis ophalen 

Feit, mening, argumenten, subjectief en objectief 

Wanneer spreken we van een mening?

Mening 

Hoe je over een bepaald onderwerp denkt 

Persoonlijk, kan voor iedereen verschillen 

'Ik houd niet van rode kleding, 

want dat staat niet mooi bij blonde mensen' 

'Honden zijn de beste huisdieren ter wereld' 

In Nederland regent het vaak.

Deze uitspraak is een feit.

1. juist
2. onjuist

Feit

Je kan het controleren, daarom kan je er niet over twisten. 

Vaak regenen -> iedereen kan hier anders over denken. 

Hoe kan je van de vorige uitspraak een feit maken? 

'In Nederland regent het vaak' 

"Tennis is na voetbal de populairste sport in Nederland.
Meer dan 1 miljoen mensen tennissen regelmatig en ruim 200.000 mensen spelen competitie."

Dit is een ... uitspraak

1. subjectieve
2. objectieve

Objectief 

De uitspraak is gebaseerd op feiten, je kan het controleren. 

Hoe kom je aan objectieve argumenten?  

Wat zijn goeie bronnen? 

Klassengesprek

In een discussie is het goed om met objectieve argumenten te komen. 

Waarom zou dat zijn? 

Dilemma op dinsdag 

1. We kijken met de klas naar een dilemma 

2. Je bedenkt voor jezelf welke keuze je maakt 

3.  Zorg dat je je keuze kan beargumenteren 

Je doet dit in stilte, schrijf je antwoord op.  

Wat is beargumenteren? 

Oefening 1 

1. Je krijgt van mij een dilemma

2. Je kiest een stelling

3. Je legt aan je buurman/buurvrouw uit waarom je voor deze stelling kiest 

In tweetallen, paar minuten. 

Klassengesprek

- Welk dilemma hadden jullie? 

- Waarom koos je buur voor deze stelling? 

- Zijn dit subjectieve of objectieve argumenten? 

- Was jij ook overtuigd of koos jij voor de andere stelling? 

Lesdoelen behaald? 

- Ik ken het onderscheid tussen een feit en mening 

- Ik kan mijn keuze voor een stelling beargumenteren

- Ik kan deelnemen aan een discussie binnen een groep