Oefentoets Logica en retorica deel 1

• Filosofie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

1 Wat is logisch denken?

2 Je kunt een betoog, bijvoorbeeld de verkiezingstoespraak van een politicus, op verschillende manieren beoordelen.
a Met welk aspect houdt de dialectica zich bezig?

b En de retorica?

3 Twee mensen die een meningsverschil hebben kunnen het nooit over alles oneens zijn. Geef ten minste 2 argumenten voor deze stelling.

Wat zijn bij de volgende (verkorte) redenering: standpunt, argument en verzwegen argument?

Logica is een onzinnig vak, want ik begrijp er niets van.

Wat zijn bij de volgende (verkorte) redenering: standpunt, argument en verzwegen argument?

Ik haal een voldoende voor dit tentamen, want ik heb het goed geleerd.

Wat zijn bij de volgende (verkorte) redenering: standpunt, argument en verzwegen argument?

Muesli is puur natuur, dus gezond.

Welke 2 voorbeelden zijn soorten beweringen?

1. meningen
2. feitelijke uitspraken
3. vooronderstellingen
4. standpunten

Wat is een sterk argument voor de bewering: 'Redeneren doen we de hele dag.'

1. Omdat we mensen zijn.
2. Omdat de mens een rationeel wezen is.
3. Omdat redeneren ons aanzet tot gedrag.
4. Omdat mensen het aangenaam vinden,

Wat is een duidelijk verschil tussen logische wetten en natuurwetten?

1. logische wetten betreffen noodzakelijkheid en natuurwetten toevalligheid
2. natuurwetten kunnen onmogelijk onwaar zijn
3. logische wetten leiden tot noodzakelijke waarheid
4. logica is door de mens bedacht en de natuurwetten bestaan ook zonder mensen

Als het druk is op het strand, dan is het mooi weer. Gisteren was het stervensdruk op het strand. Dus was het gisteren mooi weer.

geldig

ongeldig

Als mijn broer ‘s avonds op bezoek komt, dan bakt mijn moeder ‘s middags chocoladetaart. Mijn moeder heeft vanmiddag geen chocoladetaart gebakken. Hoera, broerlief komt vanavond niet op bezoek.

geldig

ongeldig

Als mijn broer ‘s avonds op bezoek komt, dan bakt mijn moeder ‘s middags chocoladetaart. Mijn moeder heeft vanmiddag geen chocoladetaart gebakken. Hoera, broerlief komt vanavond niet op bezoek. = redeneerschema??

Als een hond gezond is, dan heeft hij een natte neus.
Mijn hond heeft een natte neus.
Dus mijn hond is gezond.

geldig

ongeldig

Alle vrouwen die Hans heten zijn een gevaar op de weg.
Mijn moeder is een gevaar op de weg.
Mijn moeder heet Hans.

geldig

ongeldig

Als het regent, dan zijn de dakpannen nat.
De dakpannen zijn nat.
Dus het regent.

geldig

ongeldig

Eigen voorbeeld foutieve omkering.
(blz. 84-85)

Geef een eigen voorbeeld van een foutieve analogie. (blz. 85-86)

Als je misselijk bent dan moet je een glas cola drinken. Dat doe ik ook altijd als ik misselijk ben en dan is het daarna over.

1. post hoc ergo propter hoc
2. petitio principii
3. generalisering
4. foutieve analogie

Bij 25% van de dodelijke ongevallen had de bestuurder alcohol gedronken en bij 80% van de dodelijke ongevallen had de bestuurder koffie gedronken. Het is dus veiliger als de bestuurder alcohol drinkt dan koffie.

1. non sequitur
2. foutieve analogie
3. post hoc ergo propter hoc
4. generalisering

Toon je voorbeeld van ad baculum

Toon je voorbeeld van ad populum

Toon je voorbeeld van ad verecundiam

Toon je voorbeeld van ad baculum