Werkwoordspelling les 2: persoonsvorm tt

Werkwoordspelling
Nederlands
werkwoordspelling

Les 2: PV TT

VWO 2
 P1 24-25
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling
Nederlands
werkwoordspelling

Les 2: PV TT

VWO 2
 P1 24-25

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige les...

... heb je geleerd wat een samengestelde zin is.


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les...

...kun je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (PV TT) op de juiste manier vervoegen in een samengestelde zin.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
     1:
     2:

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

schrijf eerst:
ik ...

check dan:
🐑

Slide 5 - Diapositive

blozen:

ik vorm TT: ik bloos
stam: bloz

Z niet in 🐑
--> ik bloos+DE

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2 of meer

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je de persoonsvorm(PV) in een zin? 
Tijdproef: tegenwoordige tijd <---> verleden tijd
Getalproef: enkelvoud  <----> meervoud

Ik loop naar school ----> Wij lopen naar school
Ik riep mijn moeder -->  Ik roep mijn moeder
Hij maakt een toets ---> Wij maken een toets
Zij fietsen op Texel ---> Zij  fietsten op Texel

Woord dat verandert = de persoonsvorm

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lopen / worden / vrezen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met dank aan ROBERT BRINK

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schema werkwoordspelling

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vul bijvoorbeeld het werkwoord LOPEN in

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vul het werkwoord LOPEN in
PV TEGENWOORDIGE TIJD

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze auteur mag weer aanschuiven in de schoolbanken.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klassikaal

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PVTT
Ik ben benieuwd hoe lang hij het uithou....
A
uithoud
B
uithout
C
uithoudt

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PVTT
Zij beoordeel.... de gebeurtenis
niet erg objectief.
A
beoordeeld
B
beoordeelt
C
beoordeeldt

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PVTT
Wor... je nog opgenomen in
de selectie van het eerste elftal?
A
Word
B
Wort
C
Wordt

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PVTT
Beantwoor.... hij de post altijd
zo laat?
A
Beantwoord
B
Beantwoordt
C
Beantwoort

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PVTT
Het gebeur... de laatste tijd
steeds meer.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PVTT
Bran.... je handen niet aan die
hete pan!
A
brand
B
brant
C
brandt

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PVTT
Vin... je leraar het goed dat je
met je iPhone speelt tijdens de les?
A
Vind
B
Vint
C
Vindt

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PVTT
Hij geloof... niet dat dat mogelijk
is met dat toestel.
A
geloofd
B
gelooft
C
geloofdt

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PVTT
Als je hem ondervraag..., moet je
hem recht aankijken.
A
ondervraagd
B
ondervraagt
C
ondervraagdt

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PVTT
Weet je wel wat het beteken.... als
je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot hier V2F

Aan de slag!




Maak slide 24 t/m 38

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg het verschil uit tussen de stam en de ik-vorm.

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit wanneer je de stam van een werkwoord nodig hebt.

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Schrijf drie werkwoorden op waarvan de stam en de ik-vorm hetzelfde zijn.

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf drie werkwoorden op waarvan de stam en de ik-vorm verschillen.

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de goede persoonsvorm.
Gebruik alleen de tegenwoordige tijd.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Het...(verbazen)me niets dat hij weer te laat is.

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ... (geloven) al heel lang niet meer in Sinterklaas.

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

... (Leiden) jij deze mensen naar de uitgang?

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sjoerd ... (tobben) 's nachts meestal over zijn problemen.

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Rosa .. . (blozen) al bij de gedachte aan een liefdesbrief.

Slide 41 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze folder ... (misleiden) veel nietsvermoedende consumenten.

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Jij ... (behandelen) mij regelmatig als een kleuter.

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Door de hevige storm ... (stranden) de reizigers op de luchthaven.

Slide 44 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

... (Worden) je zelf nooit moe van je eigen flauwe grapjes?

Slide 45 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Dankzij het startschot ... (starten) de hardlopers allemaal precies tegelijk.

Slide 46 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Klaar? Dan kun je alvast oefenen met de PV VT
Ga naar jufmelis.nl. Klik op de linkjes.

Meer dan 1 fout? Maak dan persoonsvorm vt 2.
Wederom meer dan 1 fout? Maak dan persoonsvormvt 3

Ga door totdat je niet meer dan 1 fout hebt!

Maak de opdrachten op jufmelis.nl 

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions