Vul de leerling pincode in: links onder in beeld (6 cijfers)
Verzin een naam met een alliteratie: je eigen voornaam met een bijvoeglijk naamwoord ervoor dat begint met dezelfde letter als je voornaam. Voorbeelden: Vrolijke Vera, Fantastische Frans of Waanzinnige Wouter.
LET OP: vulgaire namen worden geweigerd!
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Doe mee!
Ga naar www.lessonup.com
Vul de leerling pincode in: links onder in beeld (6 cijfers)
Verzin een naam met een alliteratie: je eigen voornaam met een bijvoeglijk naamwoord ervoor dat begint met dezelfde letter als je voornaam. Voorbeelden: Vrolijke Vera, Fantastische Frans of Waanzinnige Wouter.
LET OP: vulgaire namen worden geweigerd!
Slide 1 - Diapositive
Taal: stijlfiguren(herhaling)
Slide 2 - Diapositive
Opsomming in drieën
enumeratio
drieslag
climax
opsomming van 3 dingen
opsomming
vaste combinatie van een opsomming
sterker wordende reeks
Slide 3 - Question de remorquage
Vanavond nog lichte, vanaf morgen matige en na het weekend strenge vorst.
A
drieslag
B
enumeratio
C
opsomming in drieën
D
climax
Slide 4 - Quiz
Eerst was ik verkouden, toen kreeg ik griep en daarna een longontsteking.
A
opsomming in drieën
B
enumeratio
C
drieslag
D
climax
Slide 5 - Quiz
Een kasteel, een villa, een appartement, een caravan.
A
opsomming in drieën
B
enumeratio
C
drieslag
D
omgekeerde climax
Slide 6 - Quiz
Vroeger gold: verliefd, verloofd, getrouwd; maar hoe is dat tegenwoordig?
A
enumeratio
B
opsomming in drieën
C
drieslag
D
omgekeerde climax
Slide 7 - Quiz
Geen gezeur: je bord leeg eten, de spullen in de vaatwasser zetten en dan als de gesmeerde bliksem aan je huiswerk voor morgen.
A
enumeratio
B
opsomming in drieën
C
drieslag
D
omgekeerde climax
Slide 8 - Quiz
Met bloed, zweet en tranen heeft Elise uiteindelijk haar diploma gehaald.
A
enumeratio
B
opsomming in drieën
C
drieslag
D
omgekeerde climax
Slide 9 - Quiz
Het vlees, de organen, de botten, de huid, de hoorns, echt alles van het rundvee wordt verwerkt tot producten die mensen dagelijks gebruiken.
A
drieslag
B
enumeratio
C
climax
D
omgekeerde climax
Slide 10 - Quiz
‘Vrijheid, gelijkheid, broederschap’ is de leus van de Franse Revolutie.
A
opsomming in drieën
B
enumeratio
C
drieslag
D
climax
Slide 11 - Quiz
Koning, keizer, admiraal. Ik ken ze allemaal.
A
tegenstelling
B
drieslag
C
opsomming in drieën
D
climax
Slide 12 - Quiz
Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
antithese
C
understatement
D
drieslag
Slide 13 - Quiz
Die miljonair heeft wel een aardig optrekje.
A
hyperbool
B
enumeratio
C
understatement
D
drieslag
Slide 14 - Quiz
De hoogste kwaliteit voor de laagste prijs.
A
drieslag
B
omgekeerde climax
C
enumeratio
D
tegenstelling
Slide 15 - Quiz
Joris was blij, nee, opgetogen, zelfs uitzinnig van vreugde met het cadeau.
A
tegenstelling
B
omgekeerde climax
C
climax
D
opsomming in drieën
Slide 16 - Quiz
In Nederland regent het 29 van de 30 dagen.
A
hyperbool
B
antithese
C
enumeratio
D
drieslag
Slide 17 - Quiz
Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
enumeratio
C
understatement
D
drieslag
Slide 18 - Quiz
Hij durfde haar niet ... te vragen.
A
te dans
B
ten dans
C
der dans
D
des dans
Slide 19 - Quiz
Hem zal geweldpleging ... worden gelegd
A
ter last
B
ter laste
C
ten lasten
D
ten laste
Slide 20 - Quiz
Aantasting door de tand ...
A
des tijds
B
der tijde
C
des tijd
D
ter tijde
Slide 21 - Quiz
Dit boek verveelt op ...
A
den duur
B
de duur
C
ten dure
D
den dure
Slide 22 - Quiz
Na het ongeluk bleef hij slecht ...
A
ter been
B
ten been
C
te been
D
der been
Slide 23 - Quiz
Parkeren is hier ... verboden
A
ter strengste
B
ten strengsten
C
ter strengsten
D
ten strengste
Slide 24 - Quiz
In de loop ...
A
ten tijd
B
ter tijd
C
der tijd
D
der tijde
Slide 25 - Quiz
Welke uitdrukking past in de zin: Dat ze in dat restaurant niet zo nauw nemen met de hygiëne heb ik .... ondervonden: nadat ik er laatst had gegeten, ben ik twee dagen ziek geweest
A
aan den lijve
B
op den duur
C
in levende lijve
D
ten nadele van
Slide 26 - Quiz
Het plaatje is een voorbeeld van een ...
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 27 - Quiz
Het plaatje is een voorbeeld van ...
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 28 - Quiz
Het plaatje is een voorbeeld van ...
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 29 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
op eigen benen __
A
rennen
B
lopen
C
staan
D
zitten
Slide 30 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
koek en ei __
A
eten
B
geven
C
zijn
D
hebben
Slide 31 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
onder de plak __
A
schoonmaken
B
stoppen
C
plakken
D
zitten
Slide 32 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
Een oogje in het zeil __
A
houden
B
geven
C
varen
D
meten
Slide 33 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
Iets op je duimpje __
A
kennen
B
geven
C
zuigen
D
meten
Slide 34 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
Doen alsof je neus __
A
snuit
B
kriebelt
C
bloedt
D
niest
Slide 35 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
Uit je duim __
A
komen
B
zuigen
C
kennen
D
meten
Slide 36 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
Door de mand __
A
kennen
B
stoppen
C
vallen
D
hangen
Slide 37 - Quiz
Collocatie (ofwel: vaste combinatie): een besluit ...
A
nemen
B
maken
Slide 38 - Quiz
Collocatie (ofwel: vaste combinatie): een duit in het zakje ...
A
stoppen
B
doen
Slide 39 - Quiz
Collocatie (ofwel: vaste combinatie): op de spits ...
A
prikken
B
drijven
Slide 40 - Quiz
Collocatie (ofwel: vaste combinatie): uit brand ...
A
redden
B
helpen
Slide 41 - Quiz
Hij kwam afgemat en uitgeput aan. Welke stijlfiguur herken je?
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
understatement
Slide 42 - Quiz
Hij is bezig met het schrijven van een subjectief betoog.
A
hyperbool
B
contaminatie
C
pleonasme
D
tautologie
Slide 43 - Quiz
Met zo'n negatieve instelling en mentaliteit zal je niet overgaan.
A
contaminatie
B
tautologie
C
pleonasme
Slide 44 - Quiz
Ik teken een ronde cirkel op het blad.
A
herhaling
B
climax
C
metafoor
D
pleonasme
Slide 45 - Quiz
Hé Philip! Zit je nou bij Margo af te spieken?
A
contaminatie
B
tautologie
C
pleonasme
Slide 46 - Quiz
Je lost niets op met al dat gepieker en getob.
hyperbool
pleonasme
metafoor
personificatie
tautologie
Die rat gaat er met mijn tas vandoor!
we stierven van de honger.
Er zit teveel zoete suiker in de thee.
De boten lagen in de rivier te rusten.
Slide 47 - Question de remorquage
Misschien dat ze er wellicht nog mee bezig gaan.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
hyperbool
Slide 48 - Quiz
Uit de kraan komt vloeibaar water.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
understatement
Slide 49 - Quiz
Voordat je gaat, moet je eerst even checken of je alles bij je hebt.