UItdrukkingen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Uitdrukkingen

Beeldspraak

Beeldspraak

Vergelijkingen, metaforen en personificaties zijn vormen van beeldspraak.     

Beeldspraak is altijd 

figuurlijk bedoeld.

Beeldspraak

Metafoor

Bij een vergelijking wordt het object en beeld genoemd.

Bij een metafoor wordt ALLEEN het beeld genoemd.

Verbindingswoorden worden weggelaten.

Metafoor

Welke metafoor past bij je?

Personificatie

Met een personificatie stel je een levenloos ding voor als levend persoon. Het object krijgt menselijke eigenschappen.  

Papier is geduldig

Stel de controle vraag: 

"Kan papier geduldig zijn?" Als het antwoord nee is, is het een personificatie. 

Een uitdrukking

•  is een vaste combinatie van woorden die samen een eigen, soms figuurlijke, betekenis hebben
• is een deel van een zin

(Een spreekwoord is altijd in de tegenwoordige tijd en vormt één zin)

Voorbeeld: Ondanks vele sollicitaties kwam Mira niet aan de bak.

Collocaties

• Vaste combinaties van woorden, soms een deel van een uitdrukking
  

- ZN met vast WW; 'een besluit nemen'

- Uitdrukkingen met WW; 'de boventoon voeren' (=uitdrukking)

- Uitdrukkingen zonder WW; 'een doorn in het oog'

- Uitdrukkingen met woordpaar; 'pais en vree'

- Uitdrukkingen met woordpaar én vast WW;

   'kant noch wal raken' (=uitdrukking)

Is dit een vergelijking of een metafoor?

1. metafoor
2. vergelijking

Een voorbeeld van een metafoor is

1. Ik heb vlinders in mijn buik.
2. Papier is geduldig
3. Die lange man staat daar
4. Hij is een boom van een vent

Wat is een metafoor?

1. Mijn opa rookte als een schoorsteen
2. Het schip danste op de golven
3. Niemand wil vriendin zijn met zo'n heks

Welke uitdrukking hoort bij deze afbeelding?

1. een knoop doorhakken
2. met de bijl gaan

Welke uitdrukking hoort bij deze afbeelding?

1. de gestage drup holt de steen
2. Een molensteen om de nek.

Wat is de goed
uitdrukking?

1. Daar kraait geen haan naar.
2. Daar blaft geen hond naar.
3. Dat raakt haan noch hond.
4. Dat is voor de honden

Collocatie (ofwel: vaste combinatie):
een besluit ...

1. nemen
2. maken

Collocatie (ofwel: vaste combinatie):
een duit in het zakje ...

1. stoppen
2. doen

Collocatie (ofwel: vaste combinatie):
op de spits ...

1. prikken
2. drijven

Collocatie (ofwel: vaste combinatie):
uit brand ...

1. redden
2. helpen