Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
BK2 Werkwoordelijk gezegde +lijdend voorwerp
Zinsdelen
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Zinsdelen
Slide 1 - Diapositive
werkwoorden
Slide 2 - Carte mentale
Hoe noem je het eerste werkwoord uit de zin?
A
eerste werkwoord
B
persoonsvorm
C
onderwerp
D
ik heb geen idee
Slide 3 - Quiz
Werkwoordelijk gezegd
alle werkwoorden uit de zin
Ja, dus ook de persoonsvorm
Slide 4 - Diapositive
Wat zijn de werkwoorden?
Ik eet elke dag twee broodjes.
Slide 5 - Question ouverte
Wat zijn de werkwoorden?
Mijn moeder is naar haar werk gegaan.
Slide 6 - Question ouverte
Hoeveel werkwoorden staan er in de zin?
De kinderen gaan naar school.
A
1
B
2
C
3
D
geen
Slide 7 - Quiz
Uit hoeveel woorden bestaat het werkwoordelijk gezegde?
De jongen is altijd vriendelijk geweest.
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 8 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Ik wil een film gaan kijken.
A
wil
B
wil gaan
C
wil kijken
D
wil gaan kijken
Slide 9 - Quiz
Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin
Basis: ga aan de slag
Cursus 5, paragraaf 4
Kader, doe nog even mee
Slide 10 - Diapositive
Lijdend voorwerp (lv)
persoonsvorm (pv)
onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
Slide 11 - Diapositive
Lijdend voorwerp (lv)
wie / wat + onderwerp + wg?
Ik ga met moeder cadeaus kopen.
Slide 12 - Diapositive
Lijdend voorwerp =
Sifan Hassan heeft een gouden medaille gewonnen.
A
heeft gewonnen
B
Sifan Hassan
C
een gouden medaille
D
staat er niet in
Slide 13 - Quiz
Lijdend voorwerp =
Na een duik in de zee is Britt haar zonnebril kwijtgeraakt.
A
is kwijtgeraakt
B
Britt
C
haar zonnebril
D
Na een duik in de zee
Slide 14 - Quiz
In de Play Store downloadde mijn moeder de laatste versie van Candy Crush.
lv =
Slide 15 - Question ouverte
Zinsdelen
persoonsvorm (pv) = eerste werkwoord
onderwerp (ow) = wie/wat + pv?
werkwoordelijk gezegde (wg) = alle werkwoorden
lijdend voorwerp (lv) = wie/wat + wg + ow?
Slide 16 - Diapositive
Aan de slag!
Basis: cursus 5, paragraaf 4
Kader: cursus 5, paragraaf 6
Slide 17 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Klas 1B: Taalverzorging: Herhaling zinsdelen
February 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen 3
March 2025
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen 3
June 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Herhalen Grammatica Zinsdelen H1 t/m H6
May 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Herhalen Grammatica Zinsdelen
26 days ago
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Instaptoets zinsdelen
November 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
pv-ow-gez-lv
June 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1