Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
6.2 Het gaat om de winst
Boeken op tafel.
Start je device en log in op Lessonup
Telefoons in de tas of telefoontas.
Slide 1 - Diapositive
6.2 Het gaat om de winst!
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag
Terugblik op de vorige les.
Leerdoelen voor vandaag.
Uitleg/instructie.
Opgaven maken
Afsluiten van de les.
Slide 3 - Diapositive
- Schrijf twee van de vier productiefactoren op. - Geef een voorbeeld van kapitaalintensief. - Schrijf nog een begrip op die je weet van de vorige les.
Slide 4 - Question ouverte
Leerdoelen
In deze les leer je
Wat de brutowinstopslag is en hoe je daarmee de verkoopprijs kunt berekenen.
Hoe je de consumentenprijs berekent.
Hoe je de btw vanuit de consumentenprijs berekent.
Het verschil tussen omzet en afzet.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Wat betekend het volgende:
Wat is winst.
Wat is een verkoopprijs?
Wat is een consumentenprijs? Wie betaald deze?
Wat is BTW en waarom bestaat dit?
Slide 7 - Diapositive
Brutowinstopslag en verkoopprijs
Een winkelier koopt producten in en verkoopt ze door voor een hogere prijs.
Hierdoor dekt de winkelier de kosten en maakt hij winst.
Slide 8 - Diapositive
Verkoopprijs berekenen
De brutowinstopslag is een percentage (%) van de inkoopprijs.
De verkoopprijs kun je op twee manieren berekenen.
Slide 9 - Diapositive
Btw en consumentenprijs
De winkelier heeft zijn verkoopprijs vastgesteld.
Daarbovenop betaalt de consument ook btw (belasting toegevoegde waarde).
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Consumentenprijs berekenen
De btw is 9% of 21% van de verkoopprijs.
De verkoopprijs inclusief btw is de consumentenprijs.
Verkoopprijs = 100%
btw = 9%
Consumentenprijs = 109%
Slide 12 - Diapositive
Consumentenprijs berekenen
Verkoopprijs = 100%
btw = 9%
Consumentenprijs = 109%
Verkoopprijs = €250
%
100
1
109
€
250
2,50
272,50
Slide 13 - Diapositive
Verkoopprijs berekenen
Verkoopprijs = 100%
btw = 9%
Consumentenprijs = 109%
consumentenprijs = €17
%
109
1
100
€
17
0,16
16
Slide 14 - Diapositive
apps.noordhoff.nl
Slide 15 - Lien
Opdrachten maken
Maak de opdrachten van §6.2
Hoe? Zelfstandig in stilte
Ootjes mogen, geen mobiel op tafel. 1x playlist en
geen oortjes of muziek delen.
Plus en herhalingsopdrachten hoeven niet
Als af, plusopdrachten maken
vragen? Steek je vinger op.
timer
10:00
Slide 16 - Diapositive
Afsluiten van de les
Pak je device en doe mee met de volgende vragen.
Slide 17 - Diapositive
Brutowinst is voor een ondernemer essentieel om te blijven bestaan?
Waar
Niet waar
Slide 18 - Sondage
Na de brutowinst worden de kosten en belastingen ervan afgehaald?
Waar
Niet waar
Slide 19 - Sondage
BTW is belastbare toegevoegde waarde?
Waar
Niet waar
Slide 20 - Sondage
9% BTW wordt op een tv doorbelast?
Waar
Niet waar
Slide 21 - Sondage
Op groente en fruit hoef je geen BTW te betalen?
Waar
Niet waar
Slide 22 - Sondage
Vandaag heb ik het volgende geleerd in de les. Noem 2 voorbeelden.
Slide 23 - Question ouverte
Neem 1 begrip (voorbeeld BTW) en schrijf op wat het is. BTW mag niet meer gebruikt worden.