Economie 3GT 6.2 Het gaat om de winst!

6.2 Het gaat om de winst!
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

6.2 Het gaat om de winst!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag
  • Terugblik op de vorige les.
  • Leerdoelen voor vandaag.
  • Uitleg/instructie.
  • Bekijken van een filmpje.
  • Afsluiten van de les.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
In deze les leer je
  • Wat de brutowinstopslag is en hoe je daarmee de verkoopprijs kunt berekenen.
  • Hoe je de consumentenprijs berekent.
  • Hoe je de btw vanuit de consumentenprijs berekent.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekend het volgende:
  • Wat is winst.
  • Wat is een verkoopprijs?
  • Wat is een consumentenprijs? Wie betaald deze?
  • Wat is BTW en waarom bestaat dit?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is winst?
A
B

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een verkoopprijs?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een consumentenprijs?
Wie betaald deze?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is BTW en waarom bestaat dit?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Brutowinstopslag en verkoopprijs
Een winkelier koopt producten in en verkoopt ze door voor een hogere prijs.

Hierdoor dekt de winkelier de kosten en maakt hij winst.


 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verkoopprijs berekenen
  • De brutowinstopslag is een percentage (%) van de inkoopprijs.
  • De verkoopprijs kun je op twee manieren berekenen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Btw en consumentenprijs
De winkelier heeft zijn verkoopprijs vastgesteld.

Daarbovenop betaalt de consument ook btw (belasting toegevoegde waarde).


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Consumentenprijs berekenen
De btw is 9% of 21% van de verkoopprijs.
 
De verkoopprijs inclusief btw is de consumentenprijs.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvattend
Inkoopprijs
Brutowinstmarge (= bijv. 25% bepaald de ondernemer)  +
Verkoopprijs

Verkoopprijs
BTW (= bijv. 21%)  +
Consumentenprijs

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een winkelketen koopt rekenmachines in voor € 5,40 en verkoopt ze met een brutowinstopslag van 45%. De btw is 21%.

Bereken de consumentenprijs van een rekenmachine.

Slide 21 - Question ouverte

- Verkoopprijs: € 5,40 x 1,40 = € 7,83

- Consumentenprijs: € 7.83 x 1,21 = € 9,47.
De prijs die je betaald voor een Iphone is 1435,50 bereken de verkoopprijs.

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Brutowinst is voor een ondernemer essentieel om te blijven bestaan?
Waar
Niet waar

Slide 23 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Na de brutowinst worden de kosten en belastingen ervan afgehaald?
Waar
Niet waar

Slide 24 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Op groente en fruit hoef je geen BTW te betalen?
Waar
Niet waar

Slide 25 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag met:
Blz 165
Som 7 tot 11

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions