H14.1 eenparige beweging

H14 Kracht en beweging
H14.1 Eenparige beweging
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H14 Kracht en beweging
H14.1 Eenparige beweging

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel:
- Je kunt de drie soorten bewegingen opnoemen.
- Je kunt uitleggen wat er gebeurt bij een eenparige beweging.
- Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging             
    berekenen bij een eenparige beweging.
-  Je kunt snelheden omrekenen van m/s naar km/h, en van km/h naar m/s.
- Je kunt het s-t diagram lezen, herkennen en tekenen.
- Je kunt het v-t diagram lezen, herkennen en tekenen.

Slide 2 - Diapositive

Introductie:
Natuurkundigen verdelen bewegingen in soorten. Daarbij kijken ze het eerst naar de snelheid: wordt de snelheid steeds groter, blijft deze de hele tijd gelijk of neemt de snelheid steeds verder af? Of zoals een automobilist zou zeggen: is het optrekken, doorrijden of afremmen?

Slide 3 - Diapositive

Versnelde beweging
Een beweging waarvan de snelheid steeds groter wordt

Slide 4 - Diapositive

Eenparige beweging
Een beweging waarvan de snelheid constant blijft

Slide 5 - Diapositive

vertraagde beweging
Een beweging waarvan de snelheid steeds kleiner wordt.

Slide 6 - Diapositive

De eenparige beweging

Bij een eenparige beweging verandert de snelheid niet: die blijft de hele tijd constant. Als je de gemiddelde snelheid kent, weet je meteen hoe groot de snelheid op elk moment van de beweging was. Bij een eenparige beweging geldt dus: 

Slide 7 - Diapositive

De eenparige beweging

In deze formule staat v voor de snelheid op elk (!) moment van de beweging en t voor de tijd die nodig was voor het afleggen van de afstand s. 

Slide 8 - Diapositive

Het (s,t)-diagram van een eenparige beweging

Slide 9 - Diapositive

s - t  diagram
s (x) is afstand in meters
t is tijd in seconden

Kun je vertellen wat er met de lijn gebeurt als het voorwerp sneller gaat? 
En wat gebeurt er als het voorwerp langzamer gaat?

Slide 10 - Diapositive

Het (v,t)-diagram van een eenparige beweging.

Slide 11 - Diapositive

v - t  diagram
v is de snelheid in meters/seconde
t is tijd in seconden

Kun je vertellen wat er gebeurt met de lijn als het voorwerp steeds sneller zou bewegen?
En als het voorwerp steeds langzamer zou bewegen?

Slide 12 - Diapositive

Piet heeft in een uur 22.345 meter gefietst. wat was Piet zijn gemiddelde snelheid in meters per seconde?
A
6,2 m/s
B
5,4 m/s
C
4,8 m/s
D
7,5 m/s

Slide 13 - Quiz

Piet heeft een lekke band gereden en moet nu naast de fiets lopen. Dit gaat niet zo snel meer..... kun je uitrekenen als Piet nu 5 km / h loopt hoeveel meter per seconde dit is?
A
2,5 m/s
B
1,4 m/s
C
3,8 m/s
D
0,8 m/s

Slide 14 - Quiz

Piet heeft nu 93 minuten gelopen met zijn fiets aan de hand. Gemiddelde snelheid van 1,3 meter per seconde. Hoeveel kilometer heeft Piet met de fiets aan de hand gelopen?
A
7,25 km
B
6,34 km
C
5,0 km
D
8,2 km

Slide 15 - Quiz

Piet heeft zijn ouders gebeld. Deze zijn hem komen halen met de auto. Zijn vader reed de auto vanaf thuis met een gemiddelde snelheid van 95 km/h naar Piet toe en deed er 32 minuten over om bij Piet te komen. Hoever is Piet van zijn huis af op het moment dat hij belde?
A
506 km
B
50,7 km
C
5066 m
D
50,7 hm

Slide 16 - Quiz