twee kernen ontstaan- chromosomen kopiëren-plasmagroei-celdeling
Slide 11 - Quiz
In een organisme komen onder andere cellen, organellen, organen, orgaanstelsels en weefsels voor. Wat is de juiste volgorde van GROOT naar klein?
A
orgaan-orgaanstelsel-organel-cel-weefsel
B
organel-orgaanstelsel-weefsel-orgaan-cel
C
orgaanstelsel-orgaan-weefsel-cel-organel
D
weefsel-orgaanstelsel-orgaan-organel-cel
Slide 12 - Quiz
Justine bekijkt een cel met de microscoop. Ze ziet dat de cel zetmeelkorrels bevat. Kan Justine hieruit concluderen of de cel plantaardig of dierlijk is?
A
nee
B
ja, dierlijke cel
C
ja, plantaardige cel
Slide 13 - Quiz
open vragen
Slide 14 - Diapositive
Wat is de functie van het celmembraan
Slide 15 - Question ouverte
Welke 3 vormen van plastiden komen er in een plantencel voor en wat is de functie van de plastiden.
Slide 16 - Question ouverte
soms hebben patiënten stamcellen van iemand anders nodig. Waarom willen de dokters dan het liefst de embryonale stamcellen gebruiken? Leg je antwoord duidelijk uit.
Slide 17 - Question ouverte
Bonus vragen
Slide 18 - Diapositive
Amoebes hebben een celmembraan maar geen celwand. Lijkt een amoebe meer op een planten of dierlijke cel?
Slide 19 - Question ouverte
Waarom is het niet erg als de Politie niet veel DNA vind maar een beetje? Kan er dan alsnog onderzoek gedaan worden naar de dader?