Dagbesteding Hoofstuk 6.1 t/m 6.5

Inhoud van de les
- Terugkoppeling toets
- Hoofdstuk 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5 bespreken
- Maken opdrachten / huiswerk

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Inhoud van de les
- Terugkoppeling toets
- Hoofdstuk 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5 bespreken
- Maken opdrachten / huiswerk

Slide 1 - Diapositive

Werk, Scholing, Vrije tijd 
Werk: Vaak gaat het om invulling van bezigheden die net niet het niveau van betaald werk halen.
Begeleiden van, naar, in werk.

Scholing: Het gaat om leren gericht op kennis, trainen en oefenen.
Begeleiden naar en bij scholing.

Vrije tijd:
Middel om ontspanning te bereiken. 
Begeleiden naar hoe iemand die ontspanning invult.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Persoon, Waarde, Aard, Omgeving
De persoon:
Werk is van grote betekenis voor de persoon zijn wensen en behoeften.
De waarde:
Met een beroep hoor je ergens bij; het wordt een deel van je identiteit.
De aard:
Je geeft vorm en inhoud aan je beschikbare tijd.
De omgeving:
De plek van werken.

Slide 4 - Diapositive

Wat verstaan jullie onder arbeid?
Hoe kijken jullie hier tegenaan?

Slide 5 - Question ouverte

Arbeid (of werk) =
Elke lichamelijke en geestelijke inspanning die tot doel heeft een product te leveren of een dienst te verrichten.

Betaalde arbeid=
Werkzaamheden die mensen verrichten in ruil voor loon.

Onbetaalde arbeid =
Werkzaamheden die noodzakelijk zijn, maar waarvoor niet betaald wordt.

Slide 6 - Diapositive

Wie doet er vrijwilligerswerk?

Slide 7 - Question ouverte

Vrijwilligerswerk is in de welzijnssector van groot belang.
Overheid wil dat mensen vrijwilligerswerk doen en stimuleert dit.

Paar dingen waar je rekening mee moet houden als vrijwilliger: 
- Mensen met een uitkering
- Onkostenvergoeding

Slide 8 - Diapositive

Wat is voor jullie een reden om te gaan werken?

Slide 9 - Question ouverte

Arbeid heeft verschillende functies voor het individu:
- Arbeid verschaft financiële middelen
- Arbeid zorgt voor structuur
- Arbeid verleent een bepaalde status
- Arbeid kan voldoening schenken
- Arbeid levert sociale contacten op
- Arbeid kan ontplooiingskansen bieden

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Arbeid is van groot belang voor onze samenleving. Bedenk maar eens waar allemaal behoefte aan is in de samenleving.

Mensen die betaalde arbeid verrichten verdienen geld. Gedeelte wordt afgedragen in de vorm van belastingen en premies. Hiermee wordt de samenleving weer ingericht. 

Mensen die onbetaald werk verrichten, dragen ook bij aan de samenleving.

Slide 12 - Diapositive

Werk een plicht of een recht?
Ieders plicht om een steentje bij te dragen aan onze maatschappij. Hier zijn allerlei wetten en regels voor opgesteld.
In 1948 is het recht op werk opgenomen. Het is een economisch en sociaal recht.
Verplichting om een omgeving zo vorm te geven dat iedereen zich kan ontplooien.

Slide 13 - Diapositive

Voor veel mensen (jullie cliënten) is betaald werk niet (meer) haalbaar.
Werk in een passende vorm en/of omgeving wordt dan de uitdaging voor de cliënt.


Je gaat op zoek naar passende dagbesteding;
Afstemming tussen datgene wat de cliënt nodig heeft, in combinatie met zijn/haar wensen en behoeften en de aangeboden arbeidsmatige dagbesteding of werk.

Slide 14 - Diapositive

Doelen bij arbeidsmatige dagbesteding:
- Het ontwikkelen of op peil houden van vaardigheden
- Werken aan structuur / stabiliteit
- Leren samenwerken
- Het ontdekken van je mogelijkheden
- Het wennen aan werk met mogelijk een doorstroom
- Het trainen van sociale en arbeidsvaardigheden

Aan deze doelen kun je werken met bijvoorbeeld de volgende projecten:
Schoonmaakproject, groenonderhoudsproject, montageproject, timmerwerkplaats, fietsherstelproject, winkel.

Slide 15 - Diapositive

Hebben jullie in jullie omgeving mensen die bekend zijn met een arbeidshandicap? (Bijvoorbeeld fysiek, psychisch)

Slide 16 - Question ouverte

Arbeidshandicap =
Wanneer het disfunctioneren van een cliënt invloed heeft op de arbeidssituatie.


Als begeleider van iemand met een arbeidshandicap kan je ze leren omgaan met die arbeidshandicap en/of naar een aangepaste dagbesteding gericht op arbeid begeleiden.


Je hebt een arbeidshandicap, maar je kunt het nooit zijn!

Slide 17 - Diapositive

Iemand met een arbeidshandicap kan op de volgende gebieden beperkingen ervaren:
- Sociaal
- Emotioneel
- Cognitief
- Motorisch


Arbeidsrehabilitatie = Als jouw acties erop gericht zijn om de cliënt (weer) in staat te stellen om te gaan werken.

Slide 18 - Diapositive

Je schept arbeidsmogelijkheden voor de cliënt die vergelijkbaar zijn met die van anderen in de maatschappij, waarbij twee aspecten worden benadrukt:
- Het individu
- De actieve benadering van de omgeving



Slide 19 - Diapositive

Supported employment =
Mensen gestructureerd ondersteunen bij het vinden én het behouden van werk. Je gaat uit van de mogelijkheden van een cliënt. 


Jobcoach = De begeleider die werkt met supported employment. Iemand die ondersteuning biedt bij het vinden van werk aan mensen met een arbeidshandicap.

Slide 20 - Diapositive

- Individueel hoofdstuk 6 lezen
- Maken opdrachten 1(a,b,c), 2(a,b), 3 (a,b,c), 4(a,b,c,d,e)

Slide 21 - Diapositive