herhaling beeldspraak en leesvaardigheid

WELKOM

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WELKOM

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Korte herhaling beeldspraak
Uit het nieuws
Leesvaardigheid, signaalwoorden en verbanden
Afsluiting

Doel: Je herkent de verbanden tegenstelling, opsomming en voorbeeld en je kan daar signaalwoorden bij benoemen.

Vandaag
Als je op het icoontje hierboven klikt krijg je uitleg.

Slide 2 - Diapositive

Wat is een personificatie?

Slide 3 - Carte mentale

Beeldspraak
Vergelijking 
Object en beeld
Je kamer ziet eruit als een zwijnenstal.
Metafoor
Beeld vervangt object: 
Die zwijnenstal moet je eens opruimen.
Personificatie
Persoonlijke eigenschap toewijzen aan een ding of dier.  
De bomen fluisteren zachtjes haar naam.
Personificatie
Vergelijking
Metafoor

Slide 4 - Diapositive

De zon kwam vrolijk achter de wolken tevoorschijn.
Uitleg
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 5 - Quiz

"Kijk die Machteld toch eens: het lelijke eendje is een zwaan geworden!"
Uitleg
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 6 - Quiz

Die jongen ziet zo scheel als een otter.
Uitleg
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 7 - Quiz

Uit het nieuws
Voor de leerlingen thuis: klik op de link en lees de tekst.
timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

Opdracht bij het artikel
Noteer de betekenis van de volgende woorden, als je het woord niet kent, zoek je het op.

fraude, van leer trekken, de rede, klaagzang, ondermijnend, manipulatie, aantijgingen, doorgestoken kaart
timer
2:00

Slide 9 - Diapositive

fraude
klaagzang
de rede
doorgestoken kaart
Bedrog
Toespraak
Afgesproken bedrog
Langdurig mopperen

Slide 10 - Question de remorquage

Wat is het onderwerp van deze tekst?
Uitleg

Slide 11 - Question ouverte

"Dit is misschien wel de belangrijkste toespraak die ik ooit heb gehouden." Met die woorden richtte de Amerikaanse president Trump zich via socialemediakanalen tot het volk om 46 minuten lang onbewezen klachten over stembusfraude te herhalen.
Waarnaar verwijzen "die woorden" (2e zin).
A
..onbewezen klachten over stembusfraude..
B
"Dit is .... gehouden." (eerste zin)

Slide 12 - Quiz

Trump trok zonder bewijzen te leveren wederom van leer tegen het gebruik van poststemmen en stemmachines en viel rechters en media aan omdat ze hem geen gelijk geven. Ook beklaagde hij zich over de lengte van het stemproces, dat vanwege de coronacrisis anders was dan voorgaande jaren. "Ook" geeft een tegenstelling/opsomming/voorbeeld aan.
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld

Slide 13 - Quiz

Verbanden
Zinnen en alinea's hebben met elkaar te maken. Ze hebben een verband met elkaar. Signaalwoorden geven deze verbanden aan.
Uitleg verbanden en signaalwoorden

Slide 14 - Diapositive

Opsommend verband
Signaalwoorden bij dit verband zijn:
en, ook, tevens, verder, daarnaast etc. 
Opsommend verband

Slide 15 - Diapositive

Tegenstellend verband
Signaalwoorden: maar, echter, toch, niettemin, desondanks, daarentegen, enerzijds, anderzijds, integendeel etc.
Tegenstellend verband

Slide 16 - Diapositive

Verband: voorbeeld
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, ter illustratie, dat wil zeggen, zoals, onder andere.
Voorbeeld

Slide 17 - Diapositive

Opdracht
Zoek in de gelezen tekst zoveel mogelijk signaalwoorden en benoem daar de verbanden bij. Let alleen op de verbanden en signaalwoorden die we zojuist behandeld hebben.
timer
3:00

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag
Ga verder in Leswijs met hoofdstuk 4 lezen.

Slide 19 - Diapositive

Noem een verband met een signaalwoord.

Slide 20 - Carte mentale

Aan elke onderdelen moet ik nog aandacht besteden?

Slide 21 - Question ouverte

Fijn weekeinde!

Slide 22 - Diapositive