Les 2.2.1 Reactievergelijkingen

Les 2.2.1 Reactievergelijkingen
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les 2.2.1 Reactievergelijkingen

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Nakijken: (8, 9,) 10, 12 en 13 (blz 69)
  • Les 2.2 Reactievergelijkingen
  • Oefenen in oefenboekje 

Slide 2 - Diapositive

Nakijken: (8, 9,) 10, 12 en 13 
(blz 69)

Slide 3 - Diapositive

8
  • a) de atoomsoort of de stof tin
  • b) SN is een verbinding. Een molecuul SN bestaat uit een zwavel- en een stikstofatoom. (SN is de stof zwavelmononitride.)
  • c) Pb is de formule van de atoomsoort lood of het metaal lood. (PB is de formule van de (niet-bestaande) verbinding ‘fosforboride’)


Slide 4 - Diapositive

9
  • a) Niet waar. Als alabandiet een mengsel zou zijn, dan zouden de grijze en gele stof nog zichtbaar moeten zijn. Er is een nieuwe stof met nieuwe stofeigenschappen ontstaan, waarin de elementen (atoomsoorten) zwavel en mangaan zitten.


Slide 5 - Diapositive

10

Slide 6 - Diapositive

10

Slide 7 - Diapositive

12
  1. b
  2. c
  3. a
  4. d

Slide 8 - Diapositive

13
  • a) C8H10N4O2
  • b) 24 atomen, vier atoomsoorten
  • c) Cafeïne is een verbinding, want een verbinding bestaat altijd uit meer dan één atoomsoort. Zoals hier het geval is, namelijk vier atoomsoorten.

Slide 9 - Diapositive

13
  • d) gegevens
  • V = 150 mL = 0,15 L
  • m = 75 mg = 0,075 g
  • gevraagd het gehalte cafeïne = ? g/L
  • uitwerking gehalte cafeïne = m/V = 0,075/0,15 = 0,50 g/L
  • e) Cafeïnemoleculen en watermoleculen zitten kriskras door elkaar en de watermoleculen omringen de cafeïnemoleculen.

Slide 10 - Diapositive

13
  • f) De cafeïne lost op in het oplosmiddel, de rest van de boon niet; de scheidingsmethode berust op het verschil in oplosbaarheid. Dit is extractie.

Slide 11 - Diapositive

Alcohol molecuul schrijf je als: 
C2H6O
Index: staat rechtsonder een symbool. Geeft het aantal atomen in het molecuul weer.

Slide 12 - Diapositive

3 alcohol moleculen 
schrijf je als: 
3 C2H6O
Index: staat rechtsonder een symbool. Geeft het aantal atomen in het molecuul weer.

Slide 13 - Diapositive

3 alcohol moleculen 
schrijf je als: 
3 C2H6O
Index: staat rechtsonder een symbool. Geeft het aantal atomen in het molecuul weer.
Coëfficiënt: geeft aantal moleculen in totaal weer. 

Slide 14 - Diapositive

Faseaanduiding
  • Vast =  (s)
  • Vloeibaar = (l)
  • Gas = (g)
  • opgelost in water = (aq)

  • Voorbeeld: H2O (l) of H2O (s)

Slide 15 - Diapositive

Hoe groot is de coëfficiënt in deze notatie en wat geeft deze aan?

Slide 16 - Question ouverte

Noteer de namen van de atoomsoorten waaruit de moleculen van deze stof zijn opgebouwd.

Slide 17 - Question ouverte

Hoeveel waterstofatomen zitten er in één molecuul?

Slide 18 - Question ouverte

Hoeveel zuurstofatomen heb je hier in totaal?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe heet het getal 5 in deze formule?

Slide 20 - Question ouverte

Sleep de juiste notatie naar de juiste afbeelding
7 H2
C3H8
3 H2O
2 CH4

Slide 21 - Question de remorquage

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Stappenplan opstellen reactievergelijking
Stap 1: Reactieschema opschrijven.
Stap 2: Molecuulformules van de stoffen opschrijven.
Stap 3: Reactievergelijking kloppend maken door de coëfficiënten aan te passen: even veel atomen van elke soort voor, als na de pijl.
  • Beginnen met de atoomsoort die in zo min mogelijk molecuulformules voorkomt.
  • Wanneer dit niet van toepassing is, van voor naar achter werken.
Stap 4: Zorg voor zo klein mogelijke coëfficiënten (alleen hele getallen!).
Stap 5: Controleer je reactievergelijking, tel altijd je atomen na: voor de pijl even veel atomen als na de pijl. En vergeet de toestandsaanduiding niet!

Slide 26 - Diapositive

Stappenplan opstellen reactievergelijking
Stap 1: Reactieschema opschrijven.
Stap 2: Molecuulformules van de stoffen opschrijven.
Stap 3: Reactievergelijking kloppend maken door de coëfficiënten aan te passen: even veel atomen van elke soort voor, als na de pijl.
  • Beginnen met de atoomsoort die in zo min mogelijk molecuulformules voorkomt.
  • Wanneer dit niet van toepassing is, van voor naar achter werken.
Stap 4: Zorg voor zo klein mogelijke coëfficiënten (alleen hele getallen!).
Stap 5: Controleer je reactievergelijking, tel altijd je atomen na: voor de pijl even veel atomen als na de pijl. En vergeet de toestandsaanduiding niet!

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Werken in je boekje!
Vanaf blz 3!

Klaar? Maken opdracht 2 t/m 8 (vanaf blz 79)

Slide 36 - Diapositive