2KM NE L14 spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht

Startopdracht: lezen in je leesboek

• Lesboek Nieuw Nederlands
• Leesboek 
• Schrift /pen

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Uitleg 
• Opdrachten
• Huiswerk
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik kan bijvoeglijke naamwoorden spellen. 
• Ik kan meervouden spellen.
• Ik kan verkleinwoorden spellen.

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Bijvoeglijke naamwoorden 

• korte vorm en lange vorm
• Maak een lange vorm van:
  - lekker
  - lief
  - grijs
  - fris
  - traag
• Let op! Stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden vaak: - en

Meervouden op -s

• Meestal -s aan het woord vast, tenzij je het anders verkeerd uitspreekt.
• - tafel
  - speldje
  - oma
  - kiwi
  - baby
• Woorden op -y krijgen ook een 's.

Meervouden op -en

• Zet -en achter het woord. 
• - lamp
  - mug
  - kaas
  - duif
  - boot
• Soms moet je meer veranderen.

Verkleinwoorden

• Let op! Bij woorden die eindigen op de klinkers a, é, o en u wordt de klinker verdubbeld.
• Pizza
• Café
• Auto
• Paraplu
• Let op! Bij woorden die eindigen op medeklinker + y komt een apostrof.
• Baby

Zelfstandig werken

• Je werkt in stilte
• Kijk opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 23 en opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 234 na via het nakijkblad of maak de opdrachten af. 
• Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 236.
• Heb je vragen? Sla deze even over. Over vijf minuten kan je ze stellen.
  
• Klaar? Maak online van cursus 7 paragraaf 1 (herhaling leerjaar 1) en/of werk in Numo. 

Samenwerken

• Je mag rustig overleggen
• Kijk opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 23 en opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 234 na via het nakijkblad of maak de opdrachten af.
  
• Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 236.
• Heb je vragen? Steek je hand op.
  
• 
  Klaar? Maak online van cursus 7 paragraaf 1 (herhaling leerjaar 1) en/of werk in Numo. 

Huiswerk

Datum:

- woensdag 31 januari
Maken:

• - Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 236.

Lesdoelen

• Ik kan bijvoeglijke naamwoorden spellen.
  
• Ik kan meervouden spellen.
  
• Ik kan verkleinwoorden spellen.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!