4.2 Duitsland: de Europese reus

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

4.2 Duitsland: de Europese reus

'Waardoor zijn de regionale verschillen in Duitsland ontstaan en hoe beïnvloeden zij de bevolkingsontwikkeling in het land?'

MH2

Heusinkveld/Scholten

2023/2024

Wat gaan we doen?

- Terugblik 4.1

- Uitleg en werkvormen

- Opdrachten maken

- Evalueren

Leerdoelen 4.2

• Je kunt de kenmerken van de Duitse industrie beschrijven.
• Je kunt uitleggen wat agglomeratievoordelen zijn.
• Je kunt beschrijven waarom Duitsland een moderne economie heeft.
• Je kunt de regionale economische verschillen in Duitsland beschrijven en verklaren.
• Je kunt de regionale demografische verschillen in Duitsland beschrijven en verklaren.

Terugblik 4.1 Berlijn

Opbouw van een stad

Sleep de onderdelen op 

de juiste plaats!

Historische binnenstad

CBD

Oude woonwijken

Nieuwe woonwijken

Welk kenmerk van een CBD zie je in de figuur?

Bekijk de figuur. Verklaar de ligging van het CBD rond de Potsdamer Platz.

Sleep de onderdelen op de juiste plaats!

1945 - 1950

1961

1989

1989 - 2000

2000 - heden

Gentrificatie

Val van de muur

Central Business District

Ontstaan van de Muur

Stedelijke vernieuwing

Ontstaan Oost- en West Berlijn

Cityvorming

Start 4.2

Regionale ongelijkheid

Wat gebeurde er?

Westen	Oosten
Werd beter in alles.	Bleef achter in alles.

Regionale ongelijkheid, wat zie je in de kaartjes?

Welke verschillen
zag je?

Werkvorm bevolkingsgroei

1. Maak groepjes van twee of drie en pak een lege poster.

2. Ga naar B150 Natuurlijke bevolkingsgroei en B151 Sociale bevolkingsgroei (gebruik ook 4.2 en eventueel B152).

3. Leg uit wat deze twee inhouden, waar welke soort 'groei of afname' het meest voorkomt in welk deel van Duitsland.

Verschillen in Duitsland

Belangrijke oorzaak: verdeling BRD en DDR tussen 1945 en 1989

Verschillen in bevolkingsgroei, economische groei, werkloosheid, geloof. Echt op alle vlakken!

Ook in de rest van Oost-Europa.

Industrie in Duitsland

Vooral West-Duitsland is na WOII economisch snel gegroeid.

Binnen de industrie ontwikkelden zich vooral de chemische industrie, de elektronica-industrie en de auto-industrie.

De hightechindustrie vereist hooggeschoolde arbeiders voor onderzoek, ontwikkeling en productie, vaak ondersteund door robotica.

Auto-industrie en agglomeratievoordelen

• Duitse auto-industrie: autofabrieken, maar ook 

toeleverende bedrijven vestigen zich vlakbij elkaar.

• Bedrijven zitten bij elkaar en profiteren van de 

goede infrastructuur.

• Agglomeratievoordeel = Het voordeel dat bedrijven 

hebben doordat ze vlak bij elkaar zitten. 

Regio Eindhoven: hightechbedrijven, ASML, Philips en TU Eindhoven

Agglomeratievoordelen:

- De aanwezigheid van bedrijven die elkaar aanvullen en ondersteunen.

- Goede samenwerking bedrijven en TU Eindhoven, gesteund door de overheid.

Bijvoorbeeld: ASML maakt chips voor Philips;

Bijvoorbeeld: TU Eindhoven levert technische mensen aan ASML en Philips.

Ontwikkeling dienstensector

Ook de dienstensector ontwikkelde zich in Duitsland:

• steeds hoger opgeleide bevolking, dus ook hoogwaardigere diensten.
• advocatenkantoren, designbureaus, banken.
• groeiden uit tot multinationale ondernemingen (multinationals).

Door hoogopgeleide bevolking steeds grotere dienstensector 

en steeds meer export van hoogwaardige producten.

Werkvorm sectoren

1. Maak groepjes van twee of drie.

2. Maak een poster over de sectoren: primaire sector, secundaire sector en dienstensector (tertiair en quartair).

3. Gebruik hierbij B193 en B206 en schrijf bij elke sector twee goede voorbeelden van wat ze inhouden (welk werk).

4. Benoem in welke sector jullie ouders/familieleden

werkzaam zijn.

Aan het werk!

Wat ga je doen? Je maakt van 4.2 de opdrachten 2, 4, 6, 7, 8, 10 (havo opdracht 9)

Wanneer moet het af? Je krijgt deze les de tijd, volgende les moet het af zijn.

Hulp? 1. eerst de theorie goed lezen, gebruik eventueel internet.

            2. buurman/buurvrouw naast je vragen, dan pas je docent.

Klaar? Keuze: markeer belangrijke zinnen, maak een Popplet, etc.

Tijd: Zie timer.