Bassistof 3 Cellen

2.3 Cellen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2.3 Cellen

Slide 1 - Diapositive

Herhaling: Hoe kan het dat een plant geen bladeren meer heeft, maar de wortel nog leeft onder de grond?

Slide 2 - Question ouverte

Herhaling: Wat is de functie van het vatenstelsel in de plant?

Slide 3 - Question ouverte

Wat zijn de functies van het skeletstelsel?
A
uitscheiding
B
stevigheid
C
transport
D
bescherming

Slide 4 - Quiz

Leerdoelen
Je weet dat een organisme bestaat uit cellen
Je weet de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken
Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken

Slide 5 - Diapositive

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.

Er zijn veel verschillende cellen.

Slide 6 - Diapositive

cellen
-Je kan cellen bekijken met een microscoop.
-Cellen zijn niet plat, er zit diepte in
-Ze zijn doorzichtig en worden  gekleurd zodat ze onder de microscoop goed te zien zijn

Slide 7 - Diapositive

Cellen onder de microscoop

Slide 8 - Diapositive

Dierlijke cel
  • Een dierlijke cel heeft 3 onderdelen:

  1. Celmembraan: Een beetje doorlaatbaar vlies
  2. Cytoplasma (celplasma): Opgeloste stoffen
  3. Celkern: regelt alles in de cel

Slide 9 - Diapositive

Cellen van planten
Planten cel bestaat:

  1. celwand: bescherming
  2. celmembraan: transport
  3. cytoplasma: stroperige vloeistof
  4. celkern: regelt alles in de cel
  5. bladgroenkorrel: fotosynthese
  6. vacuole: blaasje, stevigheid

Slide 10 - Diapositive

Bladgroenkorrels
  • Planten hebben in alle groene delen bladgroenkorrels
  • In die bladgroenkorrels is fotosynthese, waarbij glucose wordt gemaakt

  • Bacteriën en de cellen van dieren en schimmels hebben geen bladgroenkorrels

Slide 11 - Diapositive


Waar vindt fotosynthese plaats?
A
Bij rood
B
Bij groen
C
Bij beide niet
D
Bij rood en groen

Slide 12 - Quiz

Escape ticket: Wat is het verschil tussen een plantaardige en dierlijke cel? (3 verschillen)
timer
1:00

Slide 13 - Question ouverte

Escape ticket: Wat is een cel?
timer
1:00

Slide 14 - Question ouverte

Tekenen
2.3 Cellen
Maak opdracht 4


Klaar? - ga dan verder met de opdrachten 1, 2, 3, 4 en 5 tot we dit gaan bespreken

Slide 15 - Diapositive

Plantaardige of Dierlijke cel?

Slide 16 - Diapositive

Dierlijke cel
- celkern
- celmembraan
- celplasma
Plantaardige cel
- celkern
- celplasma
- celmembraan
- vacuole
- bladgroenkorrel
- celwand

Slide 17 - Diapositive

Celplasma/cytoplasma: Water met opgeloste stoffen in de cel
Celmembraan: Een dun vlies om het celplasma. Is een beetje doorlaatbaar -> sommige stoffen kunnen er doorheen
Celkern: Regelt alles wat er in de cel gebeurt
Vacuole: Blaasje gevuld met vocht
Bladgroenkorrels: vindt fotosynthese plaats
Celwand: Stevig laagje om de cel heen (stevigheid)

Slide 18 - Diapositive

Een vacuole zit alleen in een plantaardige cel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Bladgroenkorrels zitten in een dierlijke cel
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 20 - Quiz

Plantaardige of Dierlijke cel?

Slide 21 - Diapositive

Cytoplasma en celplasma zijn hetzelfde
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 22 - Quiz

In het celplasma zitten alle opgeloste stoffen van de cel
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 23 - Quiz

Celmembraan, vacuole en bladgroenkorrels zijn dingen die wel in een plantaardige cel zitten maar niet in een dierlijke
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Plantaardige of Dierlijke cel?

Slide 25 - Diapositive

Waarvoor zijn bladgroenkorrels?

Slide 26 - Question ouverte