afweer

13.6 afweer
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

13.6 afweer

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties en op welke manier immuniteit kan ontstaan.
  • Je kunt omschrijven hoe stoffen een allergische reactie kunnen veroorzaken. 

Slide 2 - Diapositive

Gelukkig wordt je niet zomaar ziek van allerlei stoffen en ziekteverwekkers. Je lichaam verdedigt zich daartegen.

Slide 3 - Diapositive

Lichaamsvreemde stoffen
  • Deze stoffen komen je lichaam binnen via de huid, slijmvliezen, je mond, of bij transplantaties of bloedtransfusies

  • Een infectie ontstaat als de lichaamsvreemde stoffen (ziekteverwekkers) zich in je lichaam gaan vermenigvuldigen

  • Ziekteverwekkers zijn bijvoorbeeld: bacteriën, schimmels en virussen

Slide 4 - Diapositive

Lichaamsvreemde stoffen
-worden herkend door eiwitten aan de buitenkant van de cel
                    - dit zijn antigenen



- Antistoffen worden aangemaakt om de lichaamsvreemde stof onschadelijk te maken.

Slide 5 - Diapositive

Algemene afweer
  • Opperhuid en  slijmvliezen houden ziekteverwekkers zo veel mogelijk tegen.
  • Maagsap bevat zoutzuur dat de meeste ziekteverwekkers doodt 
  • Witte bloedcellen kunnen bacteriën door fagocytose onschadelijk maken
  • Door koorts wordt de ontwikkeling van ziekteverwekkers tegengegaan en worden de afweerreacties versneld.

Slide 6 - Diapositive

Specifieke afweer
  • Bepaalde witte bloedcellen (lymfecellen) reageren door de aanmaak van antistoffen tegen één bepaalde ziekteverwekker (antigeen).
  • Antistoffen hechten zich aan de antigenen en worden zo onschadelijk gemaakt.
  • Een antistof werkt dus specifiek tegen een bepaald antigeen dat het lichaam binnengedrongen is.

Slide 7 - Diapositive

Maken van antistoffen
1. Ziekteverwekker komt lichaam binnen
2. Witte bloedcel maakt antistoffen
3. Antistoffen binden zich aan de ziekteverwekker
4. Ziekteverwekker wordt onschadelijk gemaakt

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Natuurlijke immuniteit
  • Het lichaam is in contact geweest met een bepaald antigeen,  is ziek geworden en heeft door de aanmaak van antistoffen het antigeen onschadelijk gemaakt.
  • Geheugencellen in de lymfeklier onthouden het "recept" voor deze antistof.
  • Bij opnieuw contact met dit antigeen wordt de antistof versneld en in grote hoeveelheden aangemaakt, waardoor je niet meer de ziekte krijgt. Je bent dan natuurlijk immuun.

Slide 10 - Diapositive

Natuurlijke immuniteit

Slide 11 - Diapositive

Kunstmatige immuniteit
Door vaccinatie kun je zonder de ziekte doorgemaakt te hebben immuun worden (het recept voor de antistoffen ligt klaar in de geheugencellen)
We onderscheiden actieve en passieve immunisatie

Slide 12 - Diapositive

Actieve immunisatie
De persoon wordt hierbij ingeënt met een verzwakt virus (antigeen), de persoon wordt niet ziek, maar gaat wel het "recept" voor de aanmaak van de antistoffen aanmaken, zodat bij hernieuwd contact er meteen gereageerd kan worden.

Slide 13 - Diapositive

Passieve immunisatie
Bij passieve immunisatie wordt na binnendringen van een antigeen een serum ingespoten dat antistoffen tegen het antigeen bevat. Dit kan bijvoorbeeld na een beet van een gifslang of een hondsdol dier.
De geheugencellen slaan deze antistoffen niet op.

Slide 14 - Diapositive

Actieve/passieve immunisatie


Het voordeel van actieve immunisatie in vergelijk met passieve immunisatie is dat bij actieve immunisatie geheugencellen ontstaan. 

Slide 15 - Diapositive

Immuniteit is:
A
Dat een organisme geen last heeft van een ziekteverwekker
B
Dat een organisme geheugencellen aanmaakt tegen een ziekteverwekker
C
Dat een ziekteverwekker een organisme niet in kan komen

Slide 16 - Quiz

Het Covid-19 vaccin zorgt voor immuniteit tegen corona. Wat voor soort immuniteit is dat?
A
Actieve immuniteit
B
Passieve immuniteit

Slide 17 - Quiz

Worden bij het tot stand komen van actieve immunisatie geheugencellen gevormd? En bij passieve immunisatie?
A
Geen van beide
B
Alleen bij actieve immunisatie
C
Alleen bij passieve immunisatie
D
Bij passieve en actieve immunisatie

Slide 18 - Quiz

Wat behoord tot algemene afweer?
A
Huid en slijmvliezen
B
Huid, slijmvliezen en de maag
C
Huid, slijmvliezen, maag en witte bloedcellen
D
De algemene afweer gebruikt de antistoffen om ziekte verwekkers te binden

Slide 19 - Quiz

Van welk(e) type(n) bescherming is sprake bij bescherming door een injectie met serum?
A
Algemene afweer en passieve immunisatie
B
Algemene afweer, kunstmatige immuniteit en actieve immunisatie
C
Specifieke afweer, kunstmatige immuniteit en actieve immunisatie
D
Specifieke afweer, kunstmatige immuniteit en passieve immunisatie

Slide 20 - Quiz

Van welk(e) type(n) bescherming is sprake bij bescherming door maagzuur?
A
Algemene afweer
B
Specifieke afweer
C
Natuurlijke immuniteit
D
Actieve immunisatie

Slide 21 - Quiz

Baby's
  • afweer niet optimaal
  • eerste 15 weken bescherming door antistoffen vanuit placenta 
  • Moedermelk: antistoffen, slijmvlies darmkanaal opbouwen, groei goede bacteriën darm bevorderen

Slide 22 - Diapositive

Vaccinatie dieren
  • voorkomen ziekte of minder ernstig ziek
  • Niet verplicht behalve:
  1. uitbreken besmettelijke ziekte-> voorkomen epidemie
  2. Geiten/schapen tegen Q-koorts-> besmettelijk voor mensen
  3. Pluimvee tegen pseudovogelpest -> erg besmettelijke ziekte  

Slide 23 - Diapositive

Allergische reactie
  • Allergie: overgevoelig voor bepaalde stoffen-> immuunsysteem reageert dan sterk op stoffen waar je overgevoelig voor bent. 
  • Anafylactisch reactie: epipen

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Opdrachten maken
1, 2 en 4 t/m 8

Slide 26 - Diapositive