Klas 1 werkplek Blauw les 1

Les 1 Wassymbolen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 1 Wassymbolen

Slide 1 - Diapositive

Heb jij wel eens de was gedaan? Wat heb je toen gewassen? Ging het goed?

Slide 2 - Question ouverte

Heb je al wel eens een etiket gezien in een kledingstuk? Wat stond er precies op?

Slide 3 - Question ouverte

Doelen
- Ik maak kennis met verschillende wassymbolen. 
- Ik leer wassymbolen aflezen. 
- Ik leer wassymbolen begrijpen. 
- Ik leer de vuile was sorteren.
- Je leert kleurechtheid testen.

Slide 4 - Diapositive

De meeste was heeft een wasetiket. Dat is een plaatje waarop staat hoe je moet wassen, drogen en strijken. Dit staat aangegeven met symbolen. Symbolen zijn plaatjes. 

Slide 5 - Diapositive

Op de volgende slide zie je een wassymbolenkaart. Op deze kaart staan wassymbolen die je op het etiket van je kleding tegen kunt komen. Bekijk eens je eigen kledingstuk, kan jij een etiket vinden? Kan je de symbolen terug vinden op de kaart?

De symbolen staan op het etiket van kleding. Hieraan kun je zien hoe je het moet wassen, drogen of strijken. Vandaag ga je oefenen met het lezen van etiketten van kleding. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Hiernaast zie je een voorbeeld van een etiket. Zoek de symbolen op de kaart. Wat betekenen de symbolen? 

Slide 9 - Diapositive

Wat betekenen de symbolen van de vorige slide? Schrijf ze op.

Slide 10 - Question ouverte

Op de volgende slides staan symbolen. Wat betekenen de symbolen? Kijk eventueel op de symbolenkaart om te kijken wat de symbolen betekenen. 

Slide 11 - Diapositive


A
Niet drogen
B
Maximaal 150 graden
C
Drogen toegestaan
D
Normaal wassen

Slide 12 - Quiz


A
Voorzichtig wassen op 40 graden
B
Normaal wassen op 40 graden
C
Bleken toegestaan
D
Niet drogen

Slide 13 - Quiz


A
Handwas
B
Niet wassen
C
Normaal wassen
D
Voorzichtig wassen

Slide 14 - Quiz


A
Drogen op lage temperatuur
B
Niet bleeken
C
Niet droog reinigen
D
Niet drogen

Slide 15 - Quiz


A
Maximaal op 110 graden strijken
B
Niet wassen
C
Niet strijken
D
Bleken toegestaan

Slide 16 - Quiz

Opdracht 
In elk kledingstuk zit een etiket. Meestal zit deze aan de binnenkant, links. Op dit etiket staat aan de ene kant waarvan het kledingstuk is gemaakt, bijvoorbeeld van katoen of wol. Op de andere kant staan de wassymbolen. Deze symbolen laten zien op welke manier je je kleding mag wassen, strijken en drogen. 

Kies één van de kledingstukken uit de kast of wasmand. Je pakt een wit blaadje. Teken de symbolen en schrijf er bij wat ze betekenen. Kijk op de wassymbolenkaart. Laat de opdracht controleren door de docent. 

Slide 17 - Diapositive

Welk kledingstuk heb je uitgekozen?

Slide 18 - Question ouverte

Op hoeveel graden mag je jouw gekozen kledingstuk wassen?
Mag je jouw kledingstuk ook strijken?

Slide 19 - Question ouverte

Praktijkopdracht
1. Pak de volgende werkkaart:



2. Vul op de volgende slides de antwoorden in. 
3. Daarna volgt de praktijkopdracht. 
Werkportfolio
Mijn was 1: kaart 1

Slide 20 - Diapositive

Schrijf hier onder op hoe de werkkaart heet.

Slide 21 - Question ouverte

Waarom moet je altijd eerst de was sorteren, voordat je het gaat wassen?

Slide 22 - Question ouverte

In welke 4 groepen kun je de was sorteren? Geef bij elk soort ook een voorbeeld.

Slide 23 - Question ouverte

Stappen was sorteren

Slide 24 - Carte mentale

Praktijkopdracht
Je gaat de was sorteren, gebruik hierbij de stappen van de werkkaart. 

Vraag de docent welke was je mag sorteren. Wanneer je klaar bent vraag je de docent om je te controleren. 

Slide 25 - Diapositive

Hoe vond je zelf hoe de praktijkopdracht ging?

Slide 26 - Question ouverte

Welke tops en tips heb je gekregen van de docent?

Slide 27 - Question ouverte

1. Extra praktijkopdracht
1. Pak de volgende werkkaart


2. Lees de kaart goed door. 
3. Vraag de docent welk kledingstuk je kunt gebruiken voor deze opdracht. 
4. Doe de praktijkopdracht. 
Werkportfolio
Mijn was 1: kaart 2

Slide 28 - Diapositive

Hoe ging de extra praktijkopdracht kleurechtheid?

Slide 29 - Question ouverte

Wat moet je doen als het kledingstuk kleur afgeeft?

Slide 30 - Question ouverte