Enzymen zijn gevoelig voor temperatuur. Ze werken het beste bij de optimumtemperatuur. Wat gebeurt er met het enzym als deze boven de optimumtemperatuur komt?
A
Het enzym gaat sneller werken.
B
Het enzym gaat langzamer werken.
C
Het enzym gaat kapot.
D
Het enzym werkt niet meer.
Slide 8 - Quiz
Welk enzym werkt het beste bij pH van 6 bij een temperatuur van 98 graden Fahrenheit (=36,7 graden Celcius)?
A
enzym 1
B
enzym 2
C
enzym 3
Slide 9 - Quiz
Welk enzym zou kunnen werken in het menselijk lichaam?
A
enzym x
B
enzym y
C
enzym z
D
enzym y en z
Slide 10 - Quiz
Als een enzym gedenatureerd is, betekent dat dat het enzym ...
A
opgebruikt is
B
uit elkaar is gevallen
C
dood is
D
van vorm is veranderd
Slide 11 - Quiz
Deeltjesmodel
Slide 12 - Diapositive
Enzymactiviteit
De mate waarin een enzym een reactie versnelt -> hoeveelheid omgezet substraat per tijdseenheid (afhankelijk van temperatuur, zuurgraad, hoeveelheid substraat en aanwezige enzymen)
Omzetting aantonen met indicator
Denaturatie = onomkeerbare/omkeerbare verandering structuur reactieve centrum enzym (temp, pH)
Activatoren (hormonen, geneesmiddelen) en remstoffen (zware metalen)
Slide 13 - Diapositive
Als een enzym zijn werking heeft gedaan, wordt hij zelf ook verteerd.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Reactieketen
Slide 15 - Diapositive
De PPP is betrokken bij de productie van vetzuren. Met behulp van
afbeelding 1 kan worden afgeleid wat het gevolg is voor de productie van
vetzuren als G6PD onwerkzaam is.
Wat gebeurt er met de productie van vetzuren als G6PD onwerkzaam is?
A Die neemt toe.
B Die neemt af.
C Die verandert niet.
Slide 16 - Diapositive
Leerdoelen behaald?
Je kunt de bouw en werking van enzymen beschrijven.
Je kunt de invloed van milieufactoren op de enzymactiviteit beschrijven.