1B Breuken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Doel: 

- Weten wat een teller en noemer is

- Breuken koppelen aan figuren

- Gelijknamige breuken herkennen

In welke van de volgende antwoorden staat een breuk? Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.

1. 3,5
2. 4/5
3. 1​7​​3​​
4. 15%

Breuken

Hoe noemen we het getal 4 in de breuk ook alweer?

​4​​3​​

1. teller
2. noemer
3. deler

Teller en Noemer

Een breuk bestaat uit twee getallen met 

daartussen een streep. Deze streep noemen

we de breukstreep.

Het getal boven de breukstreek heet de teller, het 
getal onder de breukstreep heet de noemer.

​8​​5​​

noemer

teller

Breuken tekenen

Teken in de legen beukencirkels de volgende breuken

​5​​1​​

​7​​4​​

​9​​7​​

​10​​5​​

​2​​1​​

​9​​6​​

​3​​2​​

Zijn deze breuken gelijk aan elkaar?

Evenveel?

1. ja
2. nee

welke breuk?

1. ​1​​3​​
2. ​3​​3​​
3. ​4​​1​​
4. ​3​​1​​

Breuken vereenvoudigen

Een breuk kun je soms vereenvoudigen. Hierbij is het de bedoeling dat we de teller en de noemer zo klein mogelijk maken.

Vereenvoudig de volgende breuk:

​12​​8​​

1. ​4​​1​​
2. ​6​​4​​
3. ​3​​1​​
4. ​3​​2​​

Deel van een hoeveelheid

Hoe kun je een deel van een hoeveelheid uitrekenen?

Bijvoorbeeld: wat is 4/9 deel van 360?

Stap 1: deel door de noemer

Stap 2: vermenigvuldig met de teller

Bereken nu zelf: 4/9 deel van 360

Uitleg bij de vorige vraag

We gaan eerst de 360 verdelen in 9 delen.

Hierbij hoort de som 360 : 4 = 90

Uitleg bij de vorige vraag

We gaan eerst de 360 verdelen in 9 delen.

Hierbij hoort de som 360 : 9 = 40

1/9 deel van 360 is dus 40.

4/9 deel is 4 van deze delen, dus hierbij hoort dan 4 x 40 = 160

Kortom: 4/9 deel van 360 = 160

40

40

40

40

40

40

40

40

40

Bereken 3/7 deel van 350