Les 28 - Woordspeling en beeldspraak

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Lesplanning

1. Lezen in je boek - 10 min

2. Uitleg woordspeling + beeldspraak - 10 min

3. Aan de slag - 15 min

4. Doelen checken  - 5 min

5. Afsluiten - 3 min

Doel: je leert wat woordspeling en beeldspraak is. 

Lezen in je leesboek

Let op: over 8 weken moet je twee boektoetsen hebben gemaakt

Uitleg + aantekeningen les 28

Woordspeling

Doel: de schrijver probeert je op het verkeerde been te zetten.

            de schrijver wil je laten nadenken.

            Een humoristisch effect creëren.

2 soorten: 1) Dubbele betekenis

                      2) Aanpassen van een woord/woordvolgorde 

Woordspeling: dubbele betekenis

Woordspeling: aanpassen van de woordvolgorde

Uitleg + aantekeningen les 28

Beeldspraak

De schrijver vergelijkt de werkelijkheid met een 'beeld'.

Doel: De tekst mooier, duidelijker of grappiger maken.

Herkennen aan de woorden: als, alsof, net, van. 

Beeldspraak

Aan de slag

Maken: 

Opdr. 1 t/m 13 van les 28 in duo's. 

Heb je een vraag? Kom naar de instructietafel!

Wat is het doel van de schrijver bij woordspeling?

Wat is het doel van de schrijver bij beeldspraak?

Geef een voorbeeld van een beeldspraak.

Afsluiten

Opdrachten niet af? Huiswerk voor de volgende les. 

3kzw1 - proefwerk lezen = vrijdag 9 juni 

3kde - proefwerk lezen = maandag 12 juni