Gesprekshouding en gedrag

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Les 2: Gesprekshouding

Deze les leer je:
- Actieve en passieve gesprekshouding
- Het verschil tussen open vraag en gesloten vraag
- Het verschil tussen controlevraag en vervolgvraag

Sluit aan bij examen B1-K1-W3: Treedt op als aanspreekpunt

Wat weet je nog?

Het woord "wanneer" is een voorbeeld van:

1. een vraagwoord
2. een controlevraag
3. een antwoord
4. een woordsoort

Wat drink je liever, koffie of thee?

1. Open vraag
2. Controlevraag
3. Gesloten vraag
4. Vervolgvraag

Ben jij gisteren ook naar het concert van Arianne Grande geweest?

1. Open vraag
2. Gesloten vraag
3. Controlevraag
4. Vervolgvraag

Dus samengevat: Je hebt je huiswerk niet af omdat je hond die heeft opgegeten?

1. Controlevraag
2. Vervolgvraag

Je zegt dat je sinds kort met voetbal bent gestopt. Speel je nu een andere sport?

1. Controlevraag
2. Vervolgvraag

Open vraag

- Begint met een vraagwoord (bijvoorbeeld wie, wat, wanneer...)
- Er komt een lang antwoord

Gesloten vraag

- Er komt een kort antwoord, bijvoorbeeld ja of nee.

Controlevraag

- Je controleert of je hebt begrepen wat de spreker zegt.
- Een controlevraag is vaak een gesloten vraag
- Bijvoorbeeld: Dus je wil nooit beroemd worden? 

Vervolgvraag

- Je vraagt omdat je meer informatie wil.
- Een vervolgvraag is een open vraag
- Bijvoorbeeld: Waarom wil je dat dan niet?

Actief luisteren

Opdracht

- Lees de theorie op bladzijde 114
- Wat gaat er in dit filmpje goed? Wat kan beter?

Dit is een actieve houding

... en dit niet

Waar moet je op letten bij een actieve houding?

Huiswerk

- Lees voor de volgende les de theorie uit hoofdstuk 6 nog een keer.