Lessonup hoofdstuk 3

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Vandaag

Herhaling H3

Herhalingsopgaven maken en rekenopgaven

Ruilen

Directe ruil: een product ruilen voor een ander product

Indirecte ruil: ruilen waarbij je betaalt met geld

Je gaat naar de winkel en je koopt een zak snoep. Je betaalt met je pinpas. Dit is een voorbeeld van?

1. Directe ruil
2. Indirecte ruil

Functies van geld

Ruilmiddel: functie van geld waardoor goederen en diensten geruild kunnen worden.

Spaarmiddel: Functie van geld: je kunt het bewaren/sparen.

Rekenmiddel: functie van geld waardoor de waarde van verschillende middelen met elkaar vergeleken kan worden.

Je zet geld apart op een rekening. Dit geld kan je dan op een later moment uitgeven. Geld is in dit voorbeeld een:

1. Spaarmiddel
2. Rekenmiddel
3. Ruilmiddel

Stel je bent in de mediamarkt en je ziet dat Fifa 21 nu 49,99 euro kost. Hier wordt geld gebruikt als...

1. Spaarmiddel
2. Rekenmiddel
3. Ruilmiddel

Vorm van geld (blz. 73)

Chartaal geld: Tastbaar geld in de vorm van munten en bankbiljetten.

Giraal geld: Niet-tastbaar geld dat mensen op hun betaalrekening hebben. 

Lopende rekening en rekening courant - wat is dat?

Je bestelt een broek online bij Zalando. Het geld waarmee je de broek betaalt is:

1. Giraal geld
2. Chartaal geld

Als je geld pint bij een geldautomaat, dan ...1... jouw hoeveelheid giraal geld en
...2... jouw hoeveelheid chartaal geld

1. 1. Stijgt 2. Daalt
2. 1. Daalt 2. Blijft gelijk
3. 1. Blijft gelijk 2. Stijgt
4. 1. Daalt 2. Stijgt

Nieuw saldo berekenen

oud saldo

+ Ontvangsten

- Uitgaven
-----------------

nieuw saldo

+ Positief saldo = Credit Saldo

 - Negatief saldo = Debet Saldo = rood staan          

Bereken het nieuwe saldo.
Schrijf de berekening op.
Geef aan of er sprake is van een debet- of creditsaldo.

Beginsaldo	€ 135
Af (kleding)	€ 45,50
Bij (loon)	€ 200
Af (eten)	€ 55,50

Hoe kan je elektronisch betalen?

Wat is een creditcard?

Wat is GEEN voorbeeld van elektronisch betalen ?

1. Betalen via de computer
2. Betalen via de smartphone
3. Betalen met een bankbiljet
4. Betalen met je pinpas

Welke leenmotieven
heb je?

Welke soorten leningen
heb je?

EINDE PPT M3

Fiducie

Fiducie: vertrouwen dat het geld zijn waarde zal houden.

Maken opdracht 24

Wat denk je dat een gevolg van fiducie is?

Stel de prijs van een televisie stijgt van €210 naar €230. Met hoeveel procent is die prijs gestegen?

1. 30%
2. 9,1%
3. 8,7%
4. 9,5%

Een brood kost € 2,38. In de reclame is het € 2,10. Met hoeveel procent is je loon gestegen?

Je ontvangt een loon van €1.800 per maand. Na een loonsverhoging ontvang je €1.950. Met hoeveel procent is je loon gestegen?

quizlet.com

Opdrachten maken

Opdracht t/m 33

• verder werken met de opdrachten.
  
• een samenvatting maken.
  
• aan een ander vak werken.
  

Wat vond je van de les?

Wat vond je dat de docent
goed deed?

Wat kan de docent volgens
jou beter doen?