Nederlands trede 3: kijken en luisteren, wit

Trede 3: kijken en luisteren
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Trede 3: kijken en luisteren

Slide 1 - Diapositive

Welkom!

Slide 2 - Diapositive

Planning
Trede 3: kijken en luisteren. Maak deze drie werkdoelen:
Hoe en waar kijk je naar?
Waar gaat het over?
Begrijp je het?
Minimaal 2 opdrachten per werkdoel.

2. Lezen in je leesboek of werken aan boekenmissie

Slide 3 - Diapositive

Welke informatiebronnen ken je?

Slide 4 - Carte mentale

Welk doel kan een programmamaker hebben?

Slide 5 - Carte mentale

Sprekersdoel
Informeren
Overtuigen
Activeren
Instrueren
Amuseren

DOEL = WOORD

Informeren

Slide 6 - Diapositive

Welk doel hebben de makers van het journaal?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 7 - Quiz

Welk doel hebben de makers van een reclame voor Coca Cola?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 8 - Quiz

Bedoeling
Programmamakers hebben altijd een spreekdoel.

Dit spreekdoel hangt samen met de 
bedoeling van de makers.

BEDOELING = ZIN

De maker wil jou informeren over mode.

Slide 9 - Diapositive

Bij het journaal ziet het er dan als volgt uit:

Doel: informeren
Bedoeling: De maker wil informeren over wat er vandaag in de wereld is gebeurd.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Op YouTube zie je een vlog waarin iemand vertelt over de nieuwste games. Wat zou zijn bedoeling kunnen zijn?

Slide 11 - Question ouverte

Hoe zit het ook alweer:
wat is het verschil tussen een onderwerp en deelonderwerpen?

Slide 12 - Question ouverte

Onderwerp en deelonderwerpen
Elke tekst gaat ergens over. Het heeft een bepaald onderwerp.

Als er veel over een onderwerp te vertellen is, kan het onderverdeeld zijn in deelonderwerpen.

Slide 13 - Diapositive

Samenvatting
1. Een maker heeft altijd een doel. Dat doel omschrijf je in 1 woord

2. Een maker bedoelt altijd iets. Die bedoeling omschrijf je in een hele zin.

3. Je kunt een onderscheid maken tussen een onderwerp en deelonderwerpen.


Slide 14 - Diapositive

Aan de slag!
Trede 3: kijken en luisteren. Maak deze drie werkdoelen:
  1. Hoe en waar kijk je naar?
  2. Waar gaat het over?
  3. Begrijp je het?
Lees de uitleg en maak minimal 2 opdrachten.

2. Lezen in je leesboek of werken aan boekenmissie

Succes :)

Slide 15 - Diapositive