NE trede 15 | week 1 | oranje | Kijken en Luisteren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Trede 15: oefenen voor Kijken & Luisteren

Welkom

In deze les ga je oefenen met kijken en luisteren.  Je gaat verschillende fragmenten bekijken, het spreekdoel en de bedoeling achterhalen en het onderwerp benoemen. 

Op welke manier luister je?

In welke situatie luister je gericht?

1. Je luistert naar een live-verslag van een festival
2. Je luistert tijdens de afwas naar een nieuwsprogramma met korte onderwerpen
3. Je voicemail is ingesproken door een winkel. Het gaat over een bestelling.

Het sneeuwt en je bent onderweg met de auto van Rotterdam naar Vlissingen. Op de radio hoor je filemeldingen. Hoe kun je het beste luisteren?

1. Luisteren waarbij je wacht op bepaalde informatie
2. Luisteren zonder dat je weet waar het echt over gaat
3. Gericht luisteren naar alles

Op het treinstation hoor je dat jouw trein vanaf een ander perron vertrekt. Op welke informatie ga je in die situatie extra goed letten?

1. Op de reden van wijziging
2. Op de bestemming van deze trein
3. Op het nummer van het andere perron

Hoe was het ook alweer:
welke 5 spreekdoelen zijn er?

Spreekdoelen

Er zijn 5 spreekdoelen:

- informeren: je hoort feiten en geen meningen

- overtuigen: je hoort meningen

- activeren: je wordt overgehaald is te gaan doen

- instrueren: je krijgt ergens uitleg over

- amuseren: je wordt vermaakt

Met behulp van de sprekersdoelen kun je in een zin vertellen wat de bedoeling is van de makers van een fragment.

Dus de 5 spreekdoelen zijn?

Oefenen met videofragmenten

Bekijk de verschillende videofragmenten. Bedenk steeds:

1. Wat is het spreekdoel (1 woord)
2. Wat is de bedoeling van de maker van de video? (1 hele zin)

0

Vul hier in:
Wat is het spreekdoel van de video

Vul hier in:
Wat is de bedoeling van de maker va n deze video?

Wat is hier het spreekdoel?

1. informeren
2. amuseren
3. instrueren
4. overtuigen

Wat is de bedoeling van de makers van dit fragment?

Wat is hier het spreekdoel?

1. informeren
2. overtuigen
3. amuseren
4. activeren

Wat is de bedoeling van de makers van dit fragment?

Nog eentje dan

Bekijk de video op de volgende slide.

Bedenk weer wat het spreekdoel en de bedoeling van de maker van de video is...

1. Spreekdoel?
2. Bedoeling?

Welk kenmerk hoort bij het spreekdoel: amuseren

1. Je hoort feiten en geen meningen
2. Je wordt overgehaald om iets te doen
3. Je wordt vermaakt
4. Je hoort de mening van de spreker

Wat is een goed voorbeeld van het spreekdoel: overtuigen

Pauze

Jij bent heel goed bezig!

Neem even een korte pauze. Pak wat drinken, loop een rondje of doe een dansje.

Ga zo weer verder!

Onderwerp van een fragment

Net als in teksten hebben televisieprogramma’s en filmpjes ook een onderwerp. In één of enkele woorden geeft dit aan waarover een tekst, fragment of programma gaat.

Bekijk de video op de volgende slide. Wat is het onderwerp?

Wat is het onderwerp van het fragment wat je net hebt gezien?

1. politie
2. social media
3. honkballen
4. verveling jongeren

02:36

En, weet je het al?
Het onderwerp is...

Ik weet nu hoe ik het spreekdoel, de bedoeling en het onderwerp van een fragment moet achterhalen.

😒🙁😐🙂😃

Hé kanjer, ben je al klaar?

In de Learning Portal staat nog een 

extra opdracht voor je klaar.

Trede 15 > presentatie > week 1 > 

Oefening: letten op details

Toch nog een vraag?

Stel je vraag dan via een Teams:

• 2F123: meneer Van der Brug
• 2F456: mevrouw De Graaff
• 2F78910: meneer Braanker